Overzicht
Frans naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. menuisier:
  2. Wiktionary:


Frans

Uitgebreide vertaling voor menuisier (Frans) in het Nederlands

menuisier:

menuisier [le ~] zelfstandig naamwoord

  1. le menuisier (ébéniste)
    de schrijnwerker; de meubelmaker
  2. le menuisier (ébéniste)
    de meubelmaker
  3. le menuisier (ébéniste)
    kastenmaker
  4. le menuisier (charpentier; ébéniste)
    de timmerman; de schrijnwerker
  5. le menuisier (charpentier; ébéniste; sculpteur de bois)
    de timmerman; houtverwerker; houtwerker

Vertaal Matrix voor menuisier:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
houtverwerker charpentier; menuisier; sculpteur de bois; ébéniste
houtwerker charpentier; menuisier; sculpteur de bois; ébéniste
kastenmaker menuisier; ébéniste
meubelmaker menuisier; ébéniste
schrijnwerker charpentier; menuisier; ébéniste
timmerman charpentier; menuisier; sculpteur de bois; ébéniste

Synoniemen voor "menuisier":


Wiktionary: menuisier

menuisier
noun
  1. menu|fr Personne qui travaille le bois pour en faire des meubles ou des pièces utiles pour les bâtiments.
menuisier
noun
  1. een vakman die beroepsmatig meubels vervaardigt
  2. iemand die zich beroepsmatig vooral met houtbewerking bezighoudt

Cross Translation:
FromToVia
menuisier timmerman carpenter — carpentry person
menuisier timmerman joiner — maker of wooden furniture
menuisier mobilyacı meubelmaker — een vakman die beroepsmatig meubels vervaardigt

Verwante vertalingen van menuisier