Frans

Uitgebreide vertaling voor mentionner (Frans) in het Nederlands

mentionner:

mentionner werkwoord (mentionne, mentionnes, mentionnons, mentionnez, )

  1. mentionner (citer; faire mention de; nommer; informer; mettre au courant)
    vermelden; noemen; erbij zeggen
    • vermelden werkwoord (vermeld, vermeldt, vermeldde, vermeldden, vermeld)
    • noemen werkwoord (noem, noemt, noemde, noemden, genoemd)
    • erbij zeggen werkwoord
  2. mentionner (nommer; appeler; citer)
    noemen; benoemen; een naam geven; vernoemen
    • noemen werkwoord (noem, noemt, noemde, noemden, genoemd)
    • benoemen werkwoord (benoem, benoemt, benoemde, benoemden, benoemd)
    • een naam geven werkwoord (geef een naam, geeft een naam, gaf een naam, gaven een naam, een naam gegeven)
    • vernoemen werkwoord (vernoem, vernoemt, vernoemde, vernoemden, vernoemd)
  3. mentionner (appeler; nommer)
    benoemen; betitelen; bestempelen
    • benoemen werkwoord (benoem, benoemt, benoemde, benoemden, benoemd)
    • betitelen werkwoord (betitel, betitelt, betitelde, betitelden, betiteld)
    • bestempelen werkwoord (bestempel, bestempelt, bestempelde, bestempelden, bestempeld)
  4. mentionner (faire mention de; relater)
  5. mentionner (faire opposition; appeler)
    verzet aantekenen; aantekenen
  6. mentionner (se présenter; se faire inscrire; faire inscrire; )

Conjugations for mentionner:

Présent
  1. mentionne
  2. mentionnes
  3. mentionne
  4. mentionnons
  5. mentionnez
  6. mentionnent
imparfait
  1. mentionnais
  2. mentionnais
  3. mentionnait
  4. mentionnions
  5. mentionniez
  6. mentionnaient
passé simple
  1. mentionnai
  2. mentionnas
  3. mentionna
  4. mentionnâmes
  5. mentionnâtes
  6. mentionnèrent
futur simple
  1. mentionnerai
  2. mentionneras
  3. mentionnera
  4. mentionnerons
  5. mentionnerez
  6. mentionneront
subjonctif présent
  1. que je mentionne
  2. que tu mentionnes
  3. qu'il mentionne
  4. que nous mentionnions
  5. que vous mentionniez
  6. qu'ils mentionnent
conditionnel présent
  1. mentionnerais
  2. mentionnerais
  3. mentionnerait
  4. mentionnerions
  5. mentionneriez
  6. mentionneraient
passé composé
  1. ai mentionné
  2. as mentionné
  3. a mentionné
  4. avons mentionné
  5. avez mentionné
  6. ont mentionné
divers
  1. mentionne!
  2. mentionnez!
  3. mentionnons!
  4. mentionné
  5. mentionnant
1. je, 2. tu, 3. il/elle/on, 4. nous, 5. vous, 6. ils/elles

Vertaal Matrix voor mentionner:

WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
aantekenen appeler; faire opposition; mentionner consigner; coucher par écrit; mettre par écrit; mettre à l'écrit
benoemen appeler; citer; mentionner; nommer désigner; engager; nommer; poser
bestempelen appeler; mentionner; nommer authentifier; authentiquer; confirmer; entériner; ratifier; valider
betitelen appeler; mentionner; nommer
een naam geven appeler; citer; mentionner; nommer
erbij zeggen citer; faire mention de; informer; mentionner; mettre au courant; nommer
gewag maken van faire mention de; mentionner; relater
gewagen faire mention de; mentionner; relater
melding maken van faire mention de; mentionner; relater
noemen appeler; citer; faire mention de; informer; mentionner; mettre au courant; nommer
vermelden citer; faire mention de; informer; mentionner; mettre au courant; nommer
vernoemen appeler; citer; mentionner; nommer
verzet aantekenen appeler; faire opposition; mentionner
zich aanmelden donner; déclarer; faire inscrire; indiquer; mentionner; se faire inscrire; se présenter
zich melden donner; déclarer; faire inscrire; indiquer; mentionner; se faire inscrire; se présenter
zich opgeven donner; déclarer; faire inscrire; indiquer; mentionner; se faire inscrire; se présenter

Synoniemen voor "mentionner":


Wiktionary: mentionner

mentionner
Cross Translation:
FromToVia
mentionner vermelden mention — make a short reference something
mentionner citeren, vermelden, opmerken, noemen erwähnentransitiv: etwas nebenbei und beiläufig aussprechen, zur Sprache bringen