Matrice in het Nederlands vertaald uit het Frans

Overzicht

Frans naar Nederlands: Meer gegevens...

matrice:
- matrijs; mal; modelvorm; vorm; gietvorm; matrix; drukvorm; moedervorm
- matrix
Wiktionary:
- matrice → matrix
- matrice → matrix, baarmoeder

Frans

Uitgebreide vertaling voor matrice (Frans) in het Nederlands

la matrice (moule; forme modèle; modèle; forme)
de matrijs; de mal; modelvorm; de vorm; de gietvorm
- matrijs [de ~] zelfstandig naamwoord
- mal [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
- modelvorm [znw.] zelfstandig naamwoord
- vorm [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
- gietvorm [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
la matrice (moule; forme)
de matrix; de matrijs
- matrix [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
- matrijs [de ~] zelfstandig naamwoord
la matrice (forme)
de drukvorm
- drukvorm [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
la matrice (forme; moule)
moedervorm
- moedervorm [znw.] zelfstandig naamwoord

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
drukvorm	forme; matrice
gietvorm	forme; forme modèle; matrice; modèle; moule
mal	forme; forme modèle; matrice; modèle; moule	modèle; moule; patron; pochoir
matrijs	forme; forme modèle; matrice; modèle; moule
matrix	forme; matrice; moule	tableau
modelvorm	forme; forme modèle; matrice; modèle; moule	modèle; moule; patron; pochoir
moedervorm	forme; matrice; moule
vorm	forme; forme modèle; matrice; modèle; moule	air; air de quelqu'un; allure; apparence; aspect; configuration; contour; dehors; extérieur; façon; figure; forme; manière; marge; mine; moulage; moule; physique; plâtre; posture; surmoulage; être en forme
Bijvoeglijk Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
mal		absurde; brumeux; bête; cinglé; d'une manière imbécile; dingue; débile; délirant; dément; dérangé; effréné; farfelu; folle; follement; fou; frénétique; idiot; idiotement; imbécile; loufoque; perturbé; sot; sottement; stupide; toqué; troublé

matrice

noun

matrice

noun

een rechthoekig blok getallen waaraan bepaalde rekenregels toegekend worden
- matrix → matrice

Cross Translation:

From	To	Via
• matrice	→ matrix	↔ matrix — In mathematics
• matrice	→ baarmoeder	↔ womb — uterus