Massacre in het Nederlands vertaald uit het Frans

Remove Ads

Overzicht

Frans naar Nederlands: Meer gegevens...

massacre:
- slachtpartij; moordpartij; bloedbad; afslachting; slachting; afslachten; afmaken; slachten van vee; bloedvergieten
massacrer:
- slachten; verhaspelen
Wiktionary:
- massacre → bloedbad
- massacre → bloedbad
- massacrer → afslachten, moorden, vermoorden, neerhouwen, vernaggelen, versjteren, verprutsen

Frans

Uitgebreide vertaling voor massacre (Frans) in het Nederlands

massacre:

massacre [le ~] zelfstandig naamwoord

le massacre (boucherie; carnage; abattage; tuerie; hécatombe)
de slachtpartij; de moordpartij; het bloedbad; de afslachting; de slachting
- slachtpartij [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
- moordpartij [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
- bloedbad [het ~] zelfstandig naamwoord
- afslachting [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
- slachting [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
le massacre (abattage; boucherie; exécution; carnage; tuerie)
afslachten; afmaken; de afslachting; de slachting
- afslachten [znw.] zelfstandig naamwoord
- afmaken [znw.] zelfstandig naamwoord
- afslachting [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
- slachting [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
le massacre (boucherie; carnage; hécatombe; tuerie)
slachten van vee; de slachting
- slachten van vee [znw.] zelfstandig naamwoord
- slachting [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
le massacre (carnage; boucherie; hécatombe)
het bloedvergieten
- bloedvergieten [het ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor massacre:

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
afmaken	abattage; boucherie; carnage; exécution; massacre; tuerie	achèvement; finition
afslachten	abattage; boucherie; carnage; exécution; massacre; tuerie
afslachting	abattage; boucherie; carnage; exécution; hécatombe; massacre; tuerie
bloedbad	abattage; boucherie; carnage; hécatombe; massacre; tuerie
bloedvergieten	boucherie; carnage; hécatombe; massacre
moordpartij	abattage; boucherie; carnage; hécatombe; massacre; tuerie
slachten van vee	boucherie; carnage; hécatombe; massacre; tuerie
slachting	abattage; boucherie; carnage; exécution; hécatombe; massacre; tuerie
slachtpartij	abattage; boucherie; carnage; hécatombe; massacre; tuerie
Werkwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
afmaken		abattre; accomplir; achever; améliorer; anéantir; assassiner; compléter; compléter quelque chose; conclure; couper la gorge à; descendre; décharger; effectuer; en finir; exterminer; exécuter; faire; finir; liquider; mettre au point; mettre fin à; parachever; parfaire; perfectionner; prendre fin; rendre complet; réussir à achever; s'achever; s'acquitter de; se terminer; serrer la gorge; supplémenter; supprimer; terminer; tuer; égorger; éliminer une personne
afslachten		anéantir; assassiner; couper la gorge à; décharger; exterminer; perfectionner; serrer la gorge; tuer; égorger

Synoniemen voor "massacre":

égorgement; tuerie; carnage; hécatombe; extermination; génocide; holocauste; pogrom; destruction; razzia; boucherie; décimation; ravage

Wiktionary: massacre

massacre

noun

een gebeurtenis waarbij op grote schaal bloed vergoten wordt
- bloedbad → massacre

Cross Translation:

From	To	Via
• massacre	→ bloedbad	↔ Blutbad — eine brutale Ermordung vieler Menschen

massacrer:

massacrer werkwoord (massacre, massacres, massacrons, massacrez, massacrent, massacrais, massacrait, massacrions, massacriez, massacraient, massacrai, massacras, massacra, massacrâmes, massacrâtes, massacrèrent, massacrerai, massacreras, massacrera, massacrerons, massacrerez, massacreront)

massacrer (abattre; couper la gorge à; égorger; tuer)
slachten
- slachten werkwoord (slacht, slachtte, slachtten, geslacht)
massacrer (gâter; tripatouiller; abîmer; défigurer)
verhaspelen
- verhaspelen werkwoord (verhaspel, verhaspelt, verhaspelde, verhaspelden, verhaspeld)

Conjugations for massacrer:

Présent

massacre
massacres
massacre
massacrons
massacrez
massacrent

imparfait

massacrais
massacrais
massacrait
massacrions
massacriez
massacraient

passé simple

massacrai
massacras
massacra
massacrâmes
massacrâtes
massacrèrent

futur simple

massacrerai
massacreras
massacrera
massacrerons
massacrerez
massacreront

subjonctif présent

que je massacre
que tu massacres
qu'il massacre
que nous massacrions
que vous massacriez
qu'ils massacrent

conditionnel présent

massacrerais
massacrerais
massacrerait
massacrerions
massacreriez
massacreraient

passé composé

ai massacré
as massacré
a massacré
avons massacré
avez massacré
ont massacré

divers

massacre!
massacrez!
massacrons!
massacré
massacrant

1. je, 2. tu, 3. il/elle/on, 4. nous, 5. vous, 6. ils/elles

Vertaal Matrix voor massacrer:

Werkwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
slachten	abattre; couper la gorge à; massacrer; tuer; égorger
verhaspelen	abîmer; défigurer; gâter; massacrer; tripatouiller

Synoniemen voor "massacrer":

écharper; blesser; vaincre; entretuer; étriper; exterminer; tuer; anéantir; détruire; éteindre; démolir; esquinter; abîmer; saccager; bousiller; piller; ravager; dévaster; désoler; ruiner; vandaliser; chambarder; suicider; assassiner; occire; abattre; descendre; supprimer; décimer; poignarder; empoisonner; exécuter; fusiller

Wiktionary: massacrer

massacrer

verb

tuer, égorger des hommes qui ne se défendent pas.
- massacrer → afslachten; moorden; vermoorden; neerhouwen; vernaggelen; versjteren; verprutsen

Computer vertaling door derden: