Overzicht
Frans naar Nederlands: Meer gegevens...
- méfiance:
-
Wiktionary:
- méfiance → achterdocht, argwaan, wantrouwen
Frans
Uitgebreide vertaling voor méfiance (Frans) in het Nederlands
méfiance:
-
la méfiance (défiance; soupçon)
het wantrouwen -
la méfiance (suspicion; défiance)
Vertaal Matrix voor méfiance:
Zelfstandig Naamwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
achterdocht | défiance; méfiance; suspicion | |
argwaan | défiance; méfiance; suspicion | |
wantrouwen | défiance; méfiance; soupçon | |
Werkwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
wantrouwen | se défier de; se méfier de |
Synoniemen voor "méfiance":
Wiktionary: méfiance
méfiance
noun
-
disposition à se méfier, à soupçonner, crainte habituelle d’tromper.
- méfiance → achterdocht; argwaan; wantrouwen