Frans

Uitgebreide vertaling voor local (Frans) in het Nederlands

local:

local bijvoeglijk naamwoord

  1. local (ici et là; localement)
    lokaal; plaatselijk; hier en daar
  2. local (autochtone; indigène; naturel; )
    autochtoon; inheems; inlands
  3. local (sédentaire)
    plaatsgebonden
  4. local (régional; municipal; communal; )
    regionaal; streeksgewijs; gewestelijk
  5. local
    binnenlands
  6. local
    on-premises

Vertaal Matrix voor local:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
autochtoon aborigène; autochtone; indigène
lokaal salle de classe
Bijvoeglijk NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
autochtoon aborigène; autochtone; du pays; indigène; local; national; naturel; originaire autochtone; du pays; indigène
binnenlands local du pays; intérieur
gewestelijk communal; d'une manière provinciale; local; localement; municipal; provincial; régional
inheems aborigène; autochtone; du pays; indigène; local; national; naturel; originaire autochtone; du pays; indigène
inlands aborigène; autochtone; du pays; indigène; local; national; naturel; originaire autochtone; du pays; indigène
lokaal ici et là; local; localement
on-premises local
plaatselijk ici et là; local; localement
plaatsgebonden local; sédentaire
regionaal communal; d'une manière provinciale; local; localement; municipal; provincial; régional
streeksgewijs communal; d'une manière provinciale; local; localement; municipal; provincial; régional
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
hier en daar ici et là; local; localement

Synoniemen voor "local":


Wiktionary: local


Cross Translation:
FromToVia
local lokaal; plaatselijk local — of a nearby location
local perceel premise — piece of real estate
local pand premises — land, and all the built structures on it, considered as a single place
local inheems einheimisch — zu einer Region, einem Ort (im eigentlichen Sinne zu einem Heim, zu einer Heimat) gehörig, in dieser Region, diesem Ort geboren, zu Hause sein