Overzicht
Frans naar Nederlands: Meer gegevens...
- libre:
-
Wiktionary:
- libre → vrij, gratis, los, onbelemmerd, onbezet, open, vlot, vrijgesteld
- libre → vrij, los, loslopend, vrije, open, ongedwongen, liberaal
Frans
Uitgebreide vertaling voor libre (Frans) in het Nederlands
libre:
-
libre (vide)
vrij; loos; zonder taak-
vrij bijvoeglijk naamwoord
-
loos bijvoeglijk naamwoord
-
zonder taak bijvoeglijk naamwoord
-
-
libre (disponible; vacant)
beschikbaar; vacant; disponibel-
beschikbaar bijvoeglijk naamwoord
-
vacant bijvoeglijk naamwoord
-
disponibel bijvoeglijk naamwoord
-
-
libre (en liberté)
-
libre (facilement; automatiquement; facile; de soi; sans contrainte; aisé; légère; léger; aisément; naturellement; sans effort; simple; commode; naturel; simplement; élémentaire; tout seul; sans peine; commodément; très vite; non affecté)
moeiteloos; zonder moeite; in een handomdraai; vanzelf-
moeiteloos bijvoeglijk naamwoord
-
zonder moeite bijvoeglijk naamwoord
-
in een handomdraai bijvoeglijk naamwoord
-
vanzelf bijwoord
-
-
libre (sans artifice; naturel; décontracté; spontané; sans contrainte; ingénu; simple; détendu; pur; naïf; sans art; dégagé; relâché; relaxé)
natuurlijk; ongedwongen; ongekunsteld-
natuurlijk bijvoeglijk naamwoord
-
ongedwongen bijvoeglijk naamwoord
-
ongekunsteld bijvoeglijk naamwoord
-
-
libre (célibataire; non marié)
-
libre (susceptible; ouvert; réceptif; sensible)
ontvankelijk; openstaand; vatbaar-
ontvankelijk bijvoeglijk naamwoord
-
openstaand bijvoeglijk naamwoord
-
vatbaar bijvoeglijk naamwoord
-
-
libre (impertinent; franc; hardi; libéral; hardiment; trop familièrement; audacieux; aisément; sans crainte; impertinemment; franchement; aisé; familier; téméraire; intrépide; indiscret; familièrement; audacieusement; avec assurance; témérairement; trop familier; avec aisance)
brutaal; stoutmoedig; vrijpostig; vrijmoedig; onbeschroomd; niet beschroomd-
brutaal bijvoeglijk naamwoord
-
stoutmoedig bijvoeglijk naamwoord
-
vrijpostig bijvoeglijk naamwoord
-
vrijmoedig bijvoeglijk naamwoord
-
onbeschroomd bijvoeglijk naamwoord
-
niet beschroomd bijvoeglijk naamwoord
-
-
libre (dégagé; en toute liberté)
onbelemmerd-
onbelemmerd bijvoeglijk naamwoord
-
-
libre
Vertaal Matrix voor libre:
Synoniemen voor "libre":
Wiktionary: libre
libre
Cross Translation:
adjective
libre
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• libre | → vrij | ↔ clear — free of obstacles |
• libre | → los; vrij | ↔ free — not imprisoned |
• libre | → loslopend; los; vrij | ↔ free — unconstrained |
• libre | → vrije; vrij; open | ↔ free — unobstructed |
• libre | → ongedwongen; vrij | ↔ free — without obligations |
• libre | → vrije; vrij | ↔ free — software: with very few limitations on distribution or improvement |
• libre | → open; liberaal | ↔ liberal — open-minded, favoring social freedom; permissive |