Overzicht
Frans naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. lessives:
  2. lessiver:


Frans

Uitgebreide vertaling voor lessives (Frans) in het Nederlands

lessives:

lessives [la ~] zelfstandig naamwoord

  1. la lessives (savons en poudre)
    de zeeppoeders

Vertaal Matrix voor lessives:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
zeeppoeders lessives; savons en poudre

lessiver:

lessiver werkwoord (lessive, lessives, lessivons, lessivez, )

  1. lessiver
    logen
    • logen werkwoord (loog, loogt, loogde, loogden, geloogd)
  2. lessiver (passer un interrogatoire; interroger; scier; questionner; interpeller)
    doorvragen; uitvragen; doorzagen
    • doorvragen werkwoord
    • uitvragen werkwoord (vraag uit, vraagt uit, vraagde uit, vraagden uit, uitgevraagd)
    • doorzagen werkwoord (doorzaag, doorzaagt, doorzaagde, doorzaagden, doorzaagd)

Conjugations for lessiver:

Présent
  1. lessive
  2. lessives
  3. lessive
  4. lessivons
  5. lessivez
  6. lessivent
imparfait
  1. lessivais
  2. lessivais
  3. lessivait
  4. lessivions
  5. lessiviez
  6. lessivaient
passé simple
  1. lessivai
  2. lessivas
  3. lessiva
  4. lessivâmes
  5. lessivâtes
  6. lessivèrent
futur simple
  1. lessiverai
  2. lessiveras
  3. lessivera
  4. lessiverons
  5. lessiverez
  6. lessiveront
subjonctif présent
  1. que je lessive
  2. que tu lessives
  3. qu'il lessive
  4. que nous lessivions
  5. que vous lessiviez
  6. qu'ils lessivent
conditionnel présent
  1. lessiverais
  2. lessiverais
  3. lessiverait
  4. lessiverions
  5. lessiveriez
  6. lessiveraient
passé composé
  1. ai lessivé
  2. as lessivé
  3. a lessivé
  4. avons lessivé
  5. avez lessivé
  6. ont lessivé
divers
  1. lessive!
  2. lessivez!
  3. lessivons!
  4. lessivé
  5. lessivant
1. je, 2. tu, 3. il/elle/on, 4. nous, 5. vous, 6. ils/elles

Vertaal Matrix voor lessiver:

WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
doorvragen interpeller; interroger; lessiver; passer un interrogatoire; questionner; scier
doorzagen interpeller; interroger; lessiver; passer un interrogatoire; questionner; scier
logen lessiver
uitvragen interpeller; interroger; lessiver; passer un interrogatoire; questionner; scier interroger; questionner

Synoniemen voor "lessiver":