Frans

Uitgebreide vertaling voor lézarder (Frans) in het Nederlands

lézarder:

lézarder werkwoord (lézarde, lézardes, lézardons, lézardez, )

  1. lézarder (cliver; trancher; fissurer; )
    kloven; klieven; doormidden hakken; doorklieven; doorhakken; doorhouwen; in tweeën houwen
    • kloven werkwoord (kloof, klooft, kloofde, kloofden, gekloofd)
    • klieven werkwoord (klief, klieft, kliefde, kliefden, gekliefd)
    • doormidden hakken werkwoord
    • doorklieven werkwoord (klief door, klieft door, kliefde door, kliefden door, doorgekliefd)
    • doorhakken werkwoord (hak door, hakt door, hakte door, hakten door, doorgehakt)
    • doorhouwen werkwoord (houw door, houwt door, houwde door, houwden door, doorgehouwd)
    • in tweeën houwen werkwoord

Conjugations for lézarder:

Présent
  1. lézarde
  2. lézardes
  3. lézarde
  4. lézardons
  5. lézardez
  6. lézardent
imparfait
  1. lézardais
  2. lézardais
  3. lézardait
  4. lézardions
  5. lézardiez
  6. lézardaient
passé simple
  1. lézardai
  2. lézardas
  3. lézarda
  4. lézardâmes
  5. lézardâtes
  6. lézardèrent
futur simple
  1. lézarderai
  2. lézarderas
  3. lézardera
  4. lézarderons
  5. lézarderez
  6. lézarderont
subjonctif présent
  1. que je lézarde
  2. que tu lézardes
  3. qu'il lézarde
  4. que nous lézardions
  5. que vous lézardiez
  6. qu'ils lézardent
conditionnel présent
  1. lézarderais
  2. lézarderais
  3. lézarderait
  4. lézarderions
  5. lézarderiez
  6. lézarderaient
passé composé
  1. ai lézardé
  2. as lézardé
  3. a lézardé
  4. avons lézardé
  5. avez lézardé
  6. ont lézardé
divers
  1. lézarde!
  2. lézardez!
  3. lézardons!
  4. lézardé
  5. lézardant
1. je, 2. tu, 3. il/elle/on, 4. nous, 5. vous, 6. ils/elles

Vertaal Matrix voor lézarder:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
kloven crevasse; fentes; gouffres
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
doorhakken cliver; couper; crevasser; fendiller; fendre; fissurer; lézarder; se cliver; se fendiller; se fendre; trancher
doorhouwen cliver; couper; crevasser; fendiller; fendre; fissurer; lézarder; se cliver; se fendiller; se fendre; trancher
doorklieven cliver; couper; crevasser; fendiller; fendre; fissurer; lézarder; se cliver; se fendiller; se fendre; trancher
doormidden hakken cliver; couper; crevasser; fendiller; fendre; fissurer; lézarder; se cliver; se fendiller; se fendre; trancher
in tweeën houwen cliver; couper; crevasser; fendiller; fendre; fissurer; lézarder; se cliver; se fendiller; se fendre; trancher
klieven cliver; couper; crevasser; fendiller; fendre; fissurer; lézarder; se cliver; se fendiller; se fendre; trancher cliver; fendre; fissurer; hacher; scinder; se fendiller; se fendre
kloven cliver; couper; crevasser; fendiller; fendre; fissurer; lézarder; se cliver; se fendiller; se fendre; trancher cliver; fendre; fissurer; hacher; scinder; se fendiller; se fendre

Synoniemen voor "lézarder":


Computer vertaling door derden: