Frans

Uitgebreide vertaling voor irritabilité (Frans) in het Nederlands

irritabilité:

irritabilité [la ~] zelfstandig naamwoord

  1. l'irritabilité
    de kleinzerigheid
  2. l'irritabilité
    de opvliegendheid
  3. l'irritabilité (irascibilité; énervement; mauvaise humeur; )
    de lichtgeraaktheid; de prikkelbaarheid; de geprikkeldheid; de geraaktheid
  4. l'irritabilité (excitabilité)
    de prikkelbaarheid; de lichtgeraaktheid

Vertaal Matrix voor irritabilité:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
geprikkeldheid agacement; excitabilité; irascibilité; irritabilité; irritation; mauvaise humeur; raseur; susceptibilité; énervement
geraaktheid agacement; excitabilité; irascibilité; irritabilité; irritation; mauvaise humeur; raseur; susceptibilité; énervement
kleinzerigheid irritabilité
lichtgeraaktheid agacement; excitabilité; irascibilité; irritabilité; irritation; mauvaise humeur; raseur; susceptibilité; énervement hypersensibilité; sensiblerie
opvliegendheid irritabilité
prikkelbaarheid agacement; excitabilité; irascibilité; irritabilité; irritation; mauvaise humeur; raseur; susceptibilité; énervement

Synoniemen voor "irritabilité":