Home ->Woordenboeken ->Frans/Nederlands ->Vertaal irrégulier

Vertaal irrégulier van Frans naar Nederlands

Overzicht

Frans naar Nederlands: Meer gegevens...

irrégulier:
- ongelijkmatig; hobbelig; oneffen; chaotisch; rommelig
Wiktionary:
- irrégulier → inaccuraat
- irrégulier → ruw, sterk, onregeld, vervelend

Frans

Uitgebreide vertaling voor irrégulier (Frans) in het Nederlands

irrégulier:

irrégulier bijvoeglijk naamwoord

irrégulier (cahoteux; rugueux; rêche; inégal; irrégulièrement; raboteux)
ongelijkmatig; hobbelig; oneffen
- ongelijkmatig bijvoeglijk naamwoord
- hobbelig bijvoeglijk naamwoord
- oneffen bijvoeglijk naamwoord
irrégulier (désordonné; chaotique; bordélique; qui est sens dessus dessous; en désordre; d'une façon désordonnée)
chaotisch; rommelig
- chaotisch bijvoeglijk naamwoord
- rommelig bijvoeglijk naamwoord

Vertaal Matrix voor irrégulier:

Bijvoeglijk Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
chaotisch	bordélique; chaotique; d'une façon désordonnée; désordonné; en désordre; irrégulier; qui est sens dessus dessous
hobbelig	cahoteux; inégal; irrégulier; irrégulièrement; raboteux; rugueux; rêche	bosselé; bossué; cabossé; cahoteux; inégal; raboteux
oneffen	cahoteux; inégal; irrégulier; irrégulièrement; raboteux; rugueux; rêche
ongelijkmatig	cahoteux; inégal; irrégulier; irrégulièrement; raboteux; rugueux; rêche
rommelig	bordélique; chaotique; d'une façon désordonnée; désordonné; en désordre; irrégulier; qui est sens dessus dessous	confus; désordonné; en désordre

Synoniemen voor "irrégulier":

anomal; aberrant; asymétrique; atypique; exceptionnel; hors normes; inhabituel; baroque; bizarre; biscornu; excentrique; composite; surprenant; choquant; contourné; étrange; discontinu; interrompu; coupé; intermittent; alternatif; temporaire; momentané; endémique; saccadé; chronique; larvé; erratique; fantaisiste; original; bohème; capricieux; amateur; dilettante; fantasque; hétéroclite; hétérogène; illicite; illégal; défendu; interdit; prohibé; coupable; clandestin; délictueux; subreptice; arbitraire; usurpatoire; annulable; attaquable; inégal; disproportionné; disparate; différent; bancal; accidenté; déséquilibré; spasmodique; sporadique; clignotant; haché; heurté; trépidant

Wiktionary: irrégulier

irrégulier

adjective

Qui n’est pas selon les règles, qui ne suivre pas les règles.
- irrégulier → inaccuraat

Cross Translation:

From	To	Via
• irrégulier	→ ruw	↔ rugged — not neat or regular
• irrégulier	→ sterk	↔ strong — grammar: irregular
• irrégulier	→ onregeld; vervelend	↔ untoward — unruly, troublesome

Computer vertaling door derden: