Overzicht
Frans naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. intrus:
  2. Wiktionary:


Frans

Uitgebreide vertaling voor intrus (Frans) in het Nederlands

intrus:

intrus [le ~] zelfstandig naamwoord

  1. l'intrus (infiltrant)
    de spion; de infiltrant; de binnendringer
  2. l'intrus (infiltrant)
    de binnendringer; de indringer; de insluiper
  3. l'intrus (profanes; non-initiés; outsiders)
    niet favorieten; de outsiders

Vertaal Matrix voor intrus:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
binnendringer infiltrant; intrus monte-en-l'air; voleur
indringer infiltrant; intrus
infiltrant infiltrant; intrus
insluiper infiltrant; intrus
niet favorieten intrus; non-initiés; outsiders; profanes
outsiders intrus; non-initiés; outsiders; profanes non-initiés; profanes
spion infiltrant; intrus

Synoniemen voor "intrus":


Wiktionary: intrus


Cross Translation:
FromToVia
intrus indringer intruder — someone who intrudes