Overzicht
Frans naar Nederlands: Meer gegevens...
- intervenir:
-
Wiktionary:
- intervenir → bemiddelen, ingrijpen
- intervenir → tussenkomen, interveniëren, ingrijpen
Frans
Uitgebreide vertaling voor intervenir (Frans) in het Nederlands
intervenir:
intervenir werkwoord (interviens, intervient, intervenons, intervenez, intervienent, intervenais, intervenait, intervenions, interveniez, intervenaient, intervins, intervint, intervînmes, intervîntes, intervinrent, interviendrai, interviendras, interviendra, interviendrons, interviendrez, interviendront)
-
intervenir (s'interposer; intercéder; intercéder en faveur de qn; s'entremettre)
interfereren; interveniëren; tussenkomen; ingrijpen; interrumperen; bemiddelen; tussenbeide komen-
interveniëren werkwoord (interveniëer, interveniëert, interveniëerde, interveniëerden, geïnterveniëerd)
-
interrumperen werkwoord (interrumpeer, interrumpeert, interrumpeerde, interrumpeerden, geïnterrumpeerd)
-
tussenbeide komen werkwoord (kom tussenbeide, komt tussenbeide, kwam tussenbeide, kwamen tussenbeide, tussenbeide gekomen)
-
intervenir (se mêler de; se mêler; interférer; intervenir dans; s'interposer)
-
intervenir (interrompre; s'interposer; s'entremettre)
onderbreken; interrumperen; in de rede vallen-
interrumperen werkwoord (interrumpeer, interrumpeert, interrumpeerde, interrumpeerden, geïnterrumpeerd)
-
in de rede vallen werkwoord (val in de rede, valt in de rede, viel in de rede, vielen in de rede, in de rede gevallen)
-
intervenir (agir comme; servir)
-
intervenir
tussenspringen-
tussenspringen werkwoord (spring tussen, springt tussen, sprong tussen, sprongen tussen, tussengesprongen)
-
Conjugations for intervenir:
Présent
- interviens
- interviens
- intervient
- intervenons
- intervenez
- intervienent
imparfait
- intervenais
- intervenais
- intervenait
- intervenions
- interveniez
- intervenaient
passé simple
- intervins
- intervins
- intervint
- intervînmes
- intervîntes
- intervinrent
futur simple
- interviendrai
- interviendras
- interviendra
- interviendrons
- interviendrez
- interviendront
subjonctif présent
- que j'intervienne
- que tu interviennes
- qu'il intervienne
- que nous intervenions
- que vous interveniez
- qu'ils interviennent
conditionnel présent
- interviendrais
- interviendrais
- interviendrait
- interviendrions
- interviendriez
- interviendraient
passé composé
- suis intervenu
- es intervenu
- est intervenu
- sommes intervenus
- êtes intervenus
- sont intervenus
divers
- interviens!
- intervenez!
- intervenons!
- intervenu
- intervenant
1. je, 2. tu, 3. il/elle/on, 4. nous, 5. vous, 6. ils/elles
Vertaal Matrix voor intervenir:
Synoniemen voor "intervenir":
Wiktionary: intervenir
intervenir
Cross Translation:
verb
-
trachten overeenstemming tussen twee partijen tot stand te brengen
-
zich beslissend mengen in het verloop van iets
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• intervenir | → tussenkomen; interveniëren; ingrijpen | ↔ intervene — to come between, or to be between, persons or things |
Computer vertaling door derden: