Overzicht
Frans naar Nederlands: Meer gegevens...
-
intelligent:
- slim; clever; kien; goochem; bij de pinken; schrander; uitgeslapen; intelligent; pienter; verstandig; wijselijk; wijs; bedachtzaam; raadzaam; weldenkend; zinnig; correct; doordacht; nadenkend; snugger; gis; vakbekwaam; vakkundig; competent; deskundig; oordeelkundig; ter zake kundig; adrem; bijdehand; snedig; gevat; raak; scherpzinnig; uitgekiend; spitsvondig
-
Wiktionary:
- intelligent → verstandig
- intelligent → intelligent, slim, scherpzinnig, kloek, doordacht
Frans
Uitgebreide vertaling voor intelligent (Frans) in het Nederlands
intelligent:
-
intelligent (malin; futé; éveillé; dégourdi; astucieusement; débrouillard; rusé; avisé; astucieux; prompt; roublard)
slim; clever; kien; goochem; bij de pinken; schrander; uitgeslapen-
slim bijvoeglijk naamwoord
-
clever bijvoeglijk naamwoord
-
kien bijvoeglijk naamwoord
-
goochem bijvoeglijk naamwoord
-
bij de pinken bijvoeglijk naamwoord
-
schrander bijvoeglijk naamwoord
-
uitgeslapen bijvoeglijk naamwoord
-
-
intelligent (intelligemment; avec intelligence)
intelligent; pienter; schrander-
intelligent bijvoeglijk naamwoord
-
pienter bijvoeglijk naamwoord
-
schrander bijvoeglijk naamwoord
-
-
intelligent (sensé; raisonnable; sage; raisonnablement; malin; intelligemment; sagement; sensément)
verstandig; wijselijk; wijs; bedachtzaam; raadzaam; weldenkend; zinnig; correct; doordacht; pienter; nadenkend-
verstandig bijvoeglijk naamwoord
-
wijselijk bijwoord
-
wijs bijvoeglijk naamwoord
-
bedachtzaam bijvoeglijk naamwoord
-
raadzaam bijvoeglijk naamwoord
-
weldenkend bijvoeglijk naamwoord
-
zinnig bijvoeglijk naamwoord
-
correct bijvoeglijk naamwoord
-
doordacht bijvoeglijk naamwoord
-
pienter bijvoeglijk naamwoord
-
nadenkend bijvoeglijk naamwoord
-
-
intelligent (malin; brillant; futé; adroit; judicieux; rusé; sagacieux; habile; débrouillard; agile; perspicace; astucieux; ingénieux; roublard)
-
intelligent (ingénieux; ingénieusement; intelligemment)
-
intelligent (compétent; professionnel; qualifié; expert; spécialisé)
vakbekwaam; vakkundig; competent; deskundig; oordeelkundig; ter zake kundig-
vakbekwaam bijvoeglijk naamwoord
-
vakkundig bijvoeglijk naamwoord
-
competent bijvoeglijk naamwoord
-
deskundig bijvoeglijk naamwoord
-
oordeelkundig bijvoeglijk naamwoord
-
ter zake kundig bijvoeglijk naamwoord
-
-
intelligent (au fait; prompt à la riposte; vif; malin; débrouillard; à propos; sagace; adroit; tranchant; astucieusement; futé; judicieux; vive; habile; éveillé; avec ruse; fin; alerte; rusé; astucieux; avisé; prompt; ingénieux; dégourdi; intelligemment; promptement; ingénieusement)
-
intelligent (ingénieux; futé; vif; astucieux; malin; éveillé; débrouillard; rusé; subtil; astucieusement; avec ruse)
scherpzinnig; uitgekiend; spitsvondig-
scherpzinnig bijvoeglijk naamwoord
-
uitgekiend bijvoeglijk naamwoord
-
spitsvondig bijvoeglijk naamwoord
-
-
intelligent (clairvoyant; sagace; finement; fin)
slim; scherpzinnig; gevat; schrander; uitgeslapen; snedig-
slim bijvoeglijk naamwoord
-
scherpzinnig bijvoeglijk naamwoord
-
gevat bijvoeglijk naamwoord
-
schrander bijvoeglijk naamwoord
-
uitgeslapen bijvoeglijk naamwoord
-
snedig bijvoeglijk naamwoord
-
Vertaal Matrix voor intelligent:
Synoniemen voor "intelligent":
Wiktionary: intelligent
intelligent
Cross Translation:
adjective
-
met verstand
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• intelligent | → intelligent; slim | ↔ bright — intelligent |
• intelligent | → slim; scherpzinnig; kloek | ↔ clever — mentally quick or sharp |
• intelligent | → intelligent | ↔ intelligent — of high or especially quick cognitive capacity, bright |
• intelligent | → doordacht; intelligent | ↔ intelligent — well thought-out, well considered |
• intelligent | → intelligent | ↔ intelligent — characterized by thoughtful interaction |
• intelligent | → slim | ↔ smart — exhibiting intellectual knowledge, such as that found in books |
Computer vertaling door derden: