Instruction in het Nederlands vertaald uit het Frans

Remove Ads

Overzicht

Frans naar Nederlands: Meer gegevens...

instruction:
- opdracht; consigne; mandaat; lastgeving; order; taak; dwangbevel; bevelschrift; briefing; uitleg; instructie; handleiding; training; dressuur; dresseren; aanwijzing; voorschrift; opleiding; schoolopleiding; scholing; vorming; onderwijs; les; lering; onderrichting; onderricht; vooronderzoek; ontwikkeling; vooruitgang; ontplooiing; geestelijke vorming; dienstorder; lastbrief; educatie; onderwijswezen; bekwaming; kundig maken; richtlijn
Wiktionary:
- instruction → onderwijs, verklaring, instructie, onderricht

Frans

Uitgebreide vertaling voor instruction (Frans) in het Nederlands

instruction:

instruction [la ~] zelfstandig naamwoord

l'instruction (assignation; consigne; commande; ordre de service)
de opdracht; het consigne; het mandaat; de lastgeving
- opdracht [de ~] zelfstandig naamwoord
- consigne [het ~] zelfstandig naamwoord
- mandaat [het ~] zelfstandig naamwoord
- lastgeving [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
l'instruction (ordre; assignation; consigne; mission; commandement; devise; sommation; contrainte)
de opdracht; de order; de taak; het consigne; het dwangbevel; het bevelschrift
- opdracht [de ~] zelfstandig naamwoord
- order [de ~] zelfstandig naamwoord
- taak [de ~] zelfstandig naamwoord
- consigne [het ~] zelfstandig naamwoord
- dwangbevel [het ~] zelfstandig naamwoord
- bevelschrift [het ~] zelfstandig naamwoord
l'instruction (briefing)
de briefing; de uitleg; de instructie
- briefing [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
- uitleg [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
- instructie [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
l'instruction (manuel)
de handleiding; de uitleg
- handleiding [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
- uitleg [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
l'instruction (entraînement; formation; éducation)
de training; de dressuur; dresseren
- training [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
- dressuur [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
- dresseren [znw.] zelfstandig naamwoord
l'instruction (consigne; assignation; mission; sommation; indication; commandement; impératif; contrainte; ordre)
de aanwijzing; het voorschrift; de instructie
- aanwijzing [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
- voorschrift [het ~] zelfstandig naamwoord
- instructie [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
l'instruction (formation écolière; éducation; formation)
de opleiding; de schoolopleiding; de scholing; de vorming
- opleiding [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
- schoolopleiding [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
- scholing [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
- vorming [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
l'instruction (enseignement; cours; leçon; classe)
het onderwijs; de les; de instructie; de lering; onderrichting; het onderricht
- onderwijs [het ~] zelfstandig naamwoord
- les [de ~] zelfstandig naamwoord
- instructie [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
- lering [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
- onderrichting [znw.] zelfstandig naamwoord
- onderricht [het ~] zelfstandig naamwoord
l'instruction
het vooronderzoek
- vooronderzoek [het ~] zelfstandig naamwoord
l'instruction (cultivation; développement; éducation; formation; enseignement)
de ontwikkeling; de vooruitgang; de vorming; de ontplooiing; geestelijke vorming
- ontwikkeling [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
- vooruitgang [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
- vorming [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
- ontplooiing [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
- geestelijke vorming [znw.] zelfstandig naamwoord
l'instruction (ordre de service; commandement)
de dienstorder
- dienstorder [de ~] zelfstandig naamwoord
l'instruction (mandat; ordre de service; consigne; assignation)
het mandaat; het bevelschrift; de lastbrief
- mandaat [het ~] zelfstandig naamwoord
- bevelschrift [het ~] zelfstandig naamwoord
- lastbrief [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
l'instruction (enseignement; éducation; formation)
het onderwijs; de scholing; de educatie
- onderwijs [het ~] zelfstandig naamwoord
- scholing [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
- educatie [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
l'instruction (enseignement; éducation; formation)
onderwijswezen
- onderwijswezen [znw.] zelfstandig naamwoord
l'instruction (mise à niveau; éducation; entraînement; formation)
bekwaming; kundig maken
- bekwaming [znw.] zelfstandig naamwoord
- kundig maken [znw.] zelfstandig naamwoord
l'instruction (instruction d'action)
de instructie
- instructie [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
l'instruction (recommandation)
de richtlijn
- richtlijn [de ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor instruction:

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
aanwijzing	assignation; commandement; consigne; contrainte; impératif; indication; instruction; mission; ordre; sommation	aide; appui; augure; avant-courrier; bout; coin; directive; indication; indice; indices; manifestation; point de contact; point de départ; point de repère; présage; règlement; secours; signe; signe avant-coureur; signe de tête; signe du doigt; signe précurseur; soutien; statut; statuts; suggestion; support; symptôme; trace; tuyau; éclaircissement
bekwaming	entraînement; formation; instruction; mise à niveau; éducation
bevelschrift	assignation; commandement; consigne; contrainte; devise; instruction; mandat; mission; ordre; ordre de service; sommation
briefing	briefing; instruction
consigne	assignation; commande; commandement; consigne; contrainte; devise; instruction; mission; ordre; ordre de service; sommation	consigne; devise; mot d'ordre; mot de passe
dienstorder	commandement; instruction; ordre de service
dresseren	entraînement; formation; instruction; éducation
dressuur	entraînement; formation; instruction; éducation	dompteur; dresseur; dresseur de chevaux; entraîneur
dwangbevel	assignation; commandement; consigne; contrainte; devise; instruction; mission; ordre; sommation
educatie	enseignement; formation; instruction; éducation
geestelijke vorming	cultivation; développement; enseignement; formation; instruction; éducation
handleiding	instruction; manuel	guide; manuel
instructie	assignation; briefing; classe; commandement; consigne; contrainte; cours; enseignement; impératif; indication; instruction; instruction d'action; leçon; mission; ordre; sommation
kundig maken	entraînement; formation; instruction; mise à niveau; éducation
lastbrief	assignation; consigne; instruction; mandat; ordre de service	autorisation; carte blanche; mandat; plein pouvoir; procuration
lastgeving	assignation; commande; consigne; instruction; ordre de service	autorisation; carte blanche; mandat; plein pouvoir; procuration
lering	classe; cours; enseignement; instruction; leçon	blâme; conférence; cours; doctrine religieuse; dogme; exposé; interprétation; lecture; leçon; remontrances; reproche; réprimande; réprobation; séance; vitupération
les	classe; cours; enseignement; instruction; leçon	classe; cours; enseignement; leçon; séance
mandaat	assignation; commande; consigne; instruction; mandat; ordre de service	autorisation; délégation; habilitation; mandat; mandat électif; ordonnance de paiement; pleins pouvoirs; pouvoir; procuration
onderricht	classe; cours; enseignement; instruction; leçon	classe; cours; enseignement; leçon
onderrichting	classe; cours; enseignement; instruction; leçon	classe; cours; enseignement; leçon
onderwijs	classe; cours; enseignement; formation; instruction; leçon; éducation	classe; cours; enseignement; leçon
onderwijswezen	enseignement; formation; instruction; éducation
ontplooiing	cultivation; développement; enseignement; formation; instruction; éducation	accroissement; boom; croissance; développement; essor; hausse; poussé; progression
ontwikkeling	cultivation; développement; enseignement; formation; instruction; éducation	accroissement; boom; croissance; développement; essor; hausse; poussé; progression
opdracht	assignation; commande; commandement; consigne; contrainte; devise; instruction; mission; ordre; ordre de service; sommation	commande
opleiding	formation; formation écolière; instruction; éducation	éducation
order	assignation; commandement; consigne; contrainte; devise; instruction; mission; ordre; sommation	commande; commandement; commando; impératif; mandat; mission; ordre; ordre donné à l'armée; sommation
richtlijn	instruction; recommandation	directive; ligne directrice; prescription; règlement; statut; statuts
scholing	enseignement; formation; formation écolière; instruction; éducation
schoolopleiding	formation; formation écolière; instruction; éducation
taak	assignation; commandement; consigne; contrainte; devise; instruction; mission; ordre; sommation	action; boulot; cahier de vacances; contrat; demande de devis; emploi; fonction; incident; job; labeur; travail; tâche; à faire; élément à faire
training	entraînement; formation; instruction; éducation	apprentissage
uitleg	briefing; instruction; manuel	commentaire; explication; éclaircissement
vooronderzoek	instruction	mission d'enquête
voorschrift	assignation; commandement; consigne; contrainte; impératif; indication; instruction; mission; ordre; sommation	consigne; directive; ligne directrice; prescription; regle
vooruitgang	cultivation; développement; enseignement; formation; instruction; éducation	avancement; cours; déroulement; développement; progression; progrès
vorming	cultivation; développement; enseignement; formation; formation écolière; instruction; éducation
Werkwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
dresseren		apprivoiser; contraindre; domestiquer; dompter; dresser un animal; entraîner
Not Specified	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
order		commande

Synoniemen voor "instruction":

alphabétisation; éducation; initiation; apprentissage; formation; dégrossissage; consigne; retenue; dépose; retient; directive; ordre; recommandation; enquête; recherche; investigation; examen; expertise; reportage; étude; sondage; composition; introduction; révélation; baptême; admission; culture; noviciat; séminaire; probation; pédagogie; enseignement; précepte; leçon; règle; prescription; principe; dogme; proposition; aphorisme; conseil; invalidation; péremption; nullité; arrêté; ordonnance; procédure; action; procès; poursuite; querelle; chicane; divulgation; confidence; aveu; déclaration; information; renseignement; découverte; savoir; pouvoir; connaissance; érudition; science; doctrine; lumières; discipline; art; capacité; compétence; expérience; scolarité; cursus; lettres; lecture

Wiktionary: instruction

Cross Translation:

From	To	Via
• instruction	→ onderwijs	↔ instruction — act of instructing, teaching, or furnishing with knowledge; information
• instruction	→ verklaring; instructie	↔ statement — computing: instruction in a computer program
• instruction	→ onderricht; onderwijs	↔ Unterricht — meist Singular: regelmäßige und planvolle Weitergabe von Wissen, Information und Fähigkeiten von einem oder mehren Lehrern an einen oder mehr Schüler

Verwante vertalingen van instruction

Remove Ads

Vertaal instruction van Frans naar Nederlands

Uitgebreide vertaling voor instruction (Frans) in het Nederlands

instruction:

instruction [la ~] zelfstandig naamwoord

l'instruction (assignation; consigne; commande; ordre de service)

l'instruction (ordre; assignation; consigne; mission; commandement; devise; sommation; contrainte)

l'instruction (briefing)

l'instruction (manuel)

l'instruction (entraînement; formation; éducation)

l'instruction (consigne; assignation; mission; sommation; indication; commandement; impératif; contrainte; ordre)

l'instruction (formation écolière; éducation; formation)

l'instruction (enseignement; cours; leçon; classe)

l'instruction

l'instruction (cultivation; développement; éducation; formation; enseignement)

l'instruction (ordre de service; commandement)

l'instruction (mandat; ordre de service; consigne; assignation)

l'instruction (enseignement; éducation; formation)

l'instruction (enseignement; éducation; formation)

l'instruction (mise à niveau; éducation; entraînement; formation)

l'instruction (instruction d'action)

l'instruction (recommandation)

Vertaal Matrix voor instruction:

Synoniemen voor "instruction":

Wiktionary: instruction

Verwante vertalingen van instruction