Frans
Uitgebreide vertaling voor inquiet (Frans) in het Nederlands
inquiet:
-
inquiet (soucieux)
-
inquiet (soucieux)
bezorgd; bekommerd; kommerlijk-
bezorgd bijvoeglijk naamwoord
-
bekommerd bijvoeglijk naamwoord
-
kommerlijk bijvoeglijk naamwoord
-
-
inquiet (inquiète; soucieux; avec inquiétude)
bezorgd; ongerust; verontrust-
bezorgd bijvoeglijk naamwoord
-
ongerust bijvoeglijk naamwoord
-
verontrust bijvoeglijk naamwoord
-
-
inquiet (alarmé)
-
inquiet (pessimiste; tourmenté; peiné; torturé)
piekerig; tobberig; zwaartillend-
piekerig bijvoeglijk naamwoord
-
tobberig bijvoeglijk naamwoord
-
zwaartillend bijvoeglijk naamwoord
-
Vertaal Matrix voor inquiet:
Bijvoeglijk Naamwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
beducht | alarmé; inquiet | |
bekommerd | inquiet; soucieux | |
bezorgd | avec inquiétude; inquiet; inquiète; soucieux | |
kommerlijk | inquiet; soucieux | indigent; miséreux; nécessiteux; pauvre |
ongerust | avec inquiétude; inquiet; inquiète; soucieux | |
piekerig | inquiet; peiné; pessimiste; torturé; tourmenté | effilé; fluet; maigre; mince; élancé |
tobberig | inquiet; peiné; pessimiste; torturé; tourmenté | |
verontrust | avec inquiétude; inquiet; inquiète; soucieux | |
zwaartillend | inquiet; peiné; pessimiste; torturé; tourmenté | |
Bijwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
met bezorgdheid | inquiet; soucieux |
Synoniemen voor "inquiet":
Wiktionary: inquiet
inquiet
Cross Translation:
adjective
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• inquiet | → opgewonden; ongerust | ↔ antsy — restless, apprehensive and fidgety |
• inquiet | → bezorgd | ↔ apprehensive — anticipating something with anxiety or fear |
• inquiet | → ongerust; bezorgd | ↔ worried — thinking about unpleasant things that have happened or that might happen |