Overzicht
Frans naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. inhabilité:


Frans

Uitgebreide vertaling voor inhabilité (Frans) in het Nederlands

inhabilité:

inhabilité [la ~] zelfstandig naamwoord

  1. l'inhabilité (bousillage; bricolage; maladresse; )
    het gebroddel; het geklungel
  2. l'inhabilité (incompétence)
    de onbevoegdheid

Vertaal Matrix voor inhabilité:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
gebroddel bousillage; bricolage; inhabilité; maladresse; musarderie; musardise; niaiserie; pataugeage; tripotage
geklungel bousillage; bricolage; inhabilité; maladresse; musarderie; musardise; niaiserie; pataugeage; tripotage
onbevoegdheid incompétence; inhabilité

Synoniemen voor "inhabilité":