Overzicht
Frans naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. ingérence:
  2. Wiktionary:


Frans

Uitgebreide vertaling voor ingérence (Frans) in het Nederlands

ingérence:

ingérence [la ~] zelfstandig naamwoord

  1. l'ingérence
    de bemoeizucht
  2. l'ingérence
    de inmenging
  3. l'ingérence (intervention; interférence; interruption; inmixtion)
    de inmenging; de bemoeienis; inlating

Vertaal Matrix voor ingérence:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
bemoeienis ingérence; inmixtion; interférence; interruption; intervention
bemoeizucht ingérence
inlating ingérence; inmixtion; interférence; interruption; intervention
inmenging ingérence; inmixtion; interférence; interruption; intervention intervention

Synoniemen voor "ingérence":


Wiktionary: ingérence

ingérence
noun
  1. action de s’ingérer.