Frans
Uitgebreide vertaling voor informel (Frans) in het Nederlands
informel:
-
informel (familier; sans engagement; non obligatoire; facultatif; sans contrainte; décontracté; optionnel; nonchalant; nonchalamment; familière)
informeel; vrijblijvend; voorlopig-
informeel bijvoeglijk naamwoord
-
vrijblijvend bijvoeglijk naamwoord
-
voorlopig bijvoeglijk naamwoord
-
-
informel (non affirmé; officieux; non confirmé; non officiel)
onbevestigd-
onbevestigd bijvoeglijk naamwoord
-
-
informel (officieux; officieusement; non officiel; non confirmé)
onofficieel; officieus; zijdelings; niet officieel-
onofficieel bijvoeglijk naamwoord
-
officieus bijvoeglijk naamwoord
-
zijdelings bijvoeglijk naamwoord
-
niet officieel bijvoeglijk naamwoord
-