Overzicht
Frans naar Nederlands: Meer gegevens...
- infatigable:
-
Wiktionary:
- infatigable → onvermoeibaar, onvermoeid
Frans
Uitgebreide vertaling voor infatigable (Frans) in het Nederlands
infatigable:
-
infatigable (bûcheur; assidu; avec zèle; laborieux; zélé; avec application)
onvermoeibaar; bedreven; noest-
onvermoeibaar bijvoeglijk naamwoord
-
bedreven bijvoeglijk naamwoord
-
noest bijvoeglijk naamwoord
-
-
infatigable (continuellement; inlassable)
onvermoeid-
onvermoeid bijvoeglijk naamwoord
-
Vertaal Matrix voor infatigable:
Bijvoeglijk Naamwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
bedreven | assidu; avec application; avec zèle; bûcheur; infatigable; laborieux; zélé | adroit; adroitement; apte; capable; compétent; entraîné; exercé; habile; habilement |
noest | assidu; avec application; avec zèle; bûcheur; infatigable; laborieux; zélé | actif; laborieux; travailleur |
onvermoeibaar | assidu; avec application; avec zèle; bûcheur; infatigable; laborieux; zélé | constamment; continuel; continuellement; imperturbable; non fatigué; permanent; sans cesse; sans se lasser |
onvermoeid | continuellement; infatigable; inlassable |
Synoniemen voor "infatigable":
Wiktionary: infatigable
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• infatigable | → onvermoeibaar; onvermoeid | ↔ indefatigable — extremely persistent and untiring |