Frans
Uitgebreide vertaling voor indiscrètement (Frans) in het Nederlands
indiscrètement:
-
indiscrètement (bavard; loguace; volubile; babillard; indiscret; jaseur)
praatziek; spraakzaam; praatgraag; indiscreet; flapuit; mededeelzaam; babbelziek; loslippig; kletserig; kletsgraag; babbelachtig-
praatziek bijvoeglijk naamwoord
-
spraakzaam bijvoeglijk naamwoord
-
praatgraag bijvoeglijk naamwoord
-
indiscreet bijvoeglijk naamwoord
-
flapuit bijvoeglijk naamwoord
-
mededeelzaam bijvoeglijk naamwoord
-
babbelziek bijvoeglijk naamwoord
-
loslippig bijvoeglijk naamwoord
-
kletserig bijvoeglijk naamwoord
-
kletsgraag bijvoeglijk naamwoord
-
babbelachtig bijvoeglijk naamwoord
-
-
indiscrètement (présomptueusement; impertinemment; trop familièrement; pédantement)
wijsneuserig-
wijsneuserig bijvoeglijk naamwoord
-