Frans

Uitgebreide vertaling voor indemniser (Frans) in het Nederlands

indemniser:

indemniser werkwoord (indemnise, indemnises, indemnisons, indemnisez, )

  1. indemniser (rembourser; restituer; dédommager; racheter; acheter)
    terugbetalen; vergoeden; schadeloosstellen; afkopen
    • terugbetalen werkwoord (betaal terug, betaalt terug, betaalde terug, betaalden terug, terugbetaald)
    • vergoeden werkwoord (vergoed, vergoedt, vergoedde, vergoedden, vergoed)
    • schadeloosstellen werkwoord (stel schadeloos, stelt schadeloos, stelde schadeloos, stelden schadeloos, schadeloosgesteld)
    • afkopen werkwoord (koop af, koopt af, kocht af, kochten af, afgekocht)
  2. indemniser (rétribuer; rémunérer; récompenser; payer; salarier)
    honoreren; belonen; betalen; bezoldigen; salariëren
    • honoreren werkwoord (honoreer, honoreert, honoreerde, honoreerden, gehonoreerd)
    • belonen werkwoord (beloon, beloont, beloonde, beloonden, beloond)
    • betalen werkwoord (betaal, betaalt, betaalde, betaalden, betaald)
    • bezoldigen werkwoord (bezoldig, bezoldigt, bezoldigde, bezoldigden, bezoldigd)
    • salariëren werkwoord (salariëer, salariëert, salariëerde, salariëerden, gesalariëerd)

Conjugations for indemniser:

Présent
  1. indemnise
  2. indemnises
  3. indemnise
  4. indemnisons
  5. indemnisez
  6. indemnisent
imparfait
  1. indemnisais
  2. indemnisais
  3. indemnisait
  4. indemnisions
  5. indemnisiez
  6. indemnisaient
passé simple
  1. indemnisai
  2. indemnisas
  3. indemnisa
  4. indemnisâmes
  5. indemnisâtes
  6. indemnisèrent
futur simple
  1. indemniserai
  2. indemniseras
  3. indemnisera
  4. indemniserons
  5. indemniserez
  6. indemniseront
subjonctif présent
  1. que j'indemnise
  2. que tu indemnises
  3. qu'il indemnise
  4. que nous indemnisions
  5. que vous indemnisiez
  6. qu'ils indemnisent
conditionnel présent
  1. indemniserais
  2. indemniserais
  3. indemniserait
  4. indemniserions
  5. indemniseriez
  6. indemniseraient
passé composé
  1. ai indemnisé
  2. as indemnisé
  3. a indemnisé
  4. avons indemnisé
  5. avez indemnisé
  6. ont indemnisé
divers
  1. indemnise!
  2. indemnisez!
  3. indemnisons!
  4. indemnisé
  5. indemnisant
1. je, 2. tu, 3. il/elle/on, 4. nous, 5. vous, 6. ils/elles

Vertaal Matrix voor indemniser:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
afkopen rachat
betalen acquittement; contribution; paiement; remboursement; règlement
vergoeden compensation
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
afkopen acheter; dédommager; indemniser; racheter; rembourser; restituer dédommager
belonen indemniser; payer; récompenser; rémunérer; rétribuer; salarier
betalen indemniser; payer; récompenser; rémunérer; rétribuer; salarier achever; acquitter; assimiler; niveler; payer; payer la note; régler; rémunérer; rétribuer; s'acquitter de; solder; égaliser
bezoldigen indemniser; payer; récompenser; rémunérer; rétribuer; salarier
honoreren indemniser; payer; récompenser; rémunérer; rétribuer; salarier
salariëren indemniser; payer; récompenser; rémunérer; rétribuer; salarier
schadeloosstellen acheter; dédommager; indemniser; racheter; rembourser; restituer dédommager
terugbetalen acheter; dédommager; indemniser; racheter; rembourser; restituer
vergoeden acheter; dédommager; indemniser; racheter; rembourser; restituer compenser; corriger; couvrir

Synoniemen voor "indemniser":