Inconfort in het Nederlands vertaald uit het Frans

Overzicht

Frans naar Nederlands: Meer gegevens...

inconfort:
- ongemak; ongerief; soesa; overlast; moeite; hinder; last; kilte; ongezelligheid

Frans

Uitgebreide vertaling voor inconfort (Frans) in het Nederlands

l'inconfort (désagrément; embarras; mal; gêne)
het ongemak; het ongerief
- ongemak [het ~] zelfstandig naamwoord
- ongerief [het ~] zelfstandig naamwoord
l'inconfort (dérangement; désagrément)
de soesa; de overlast; de moeite; de hinder; de last
- soesa [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
- overlast [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
- moeite [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
- hinder [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
- last [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
l'inconfort (insociabilité; manque de sociabilité; manque d'intimité)
de kilte; de ongezelligheid
- kilte [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
- ongezelligheid [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
hinder	dérangement; désagrément; inconfort	agacement; complication; dérangement; embarras; empêchement; ennui; entrave; gêne; inconvénient; nuisance; obstacle; obstruction
kilte	inconfort; insociabilité; manque d'intimité; manque de sociabilité	distance; fraîcheur; froid; froideur
last	dérangement; désagrément; inconfort	cargaison; charge; efforts; fardeau; mal; peine
moeite	dérangement; désagrément; inconfort	efforts; mal; peine
ongemak	désagrément; embarras; gêne; inconfort; mal	mal; maladie
ongerief	désagrément; embarras; gêne; inconfort; mal
ongezelligheid	inconfort; insociabilité; manque d'intimité; manque de sociabilité
overlast	dérangement; désagrément; inconfort	agacement; dérangement; embarras; ennui; gêne; inconvénient; nuisance
soesa	dérangement; désagrément; inconfort	efforts; mal; peine