Overzicht
Frans naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. incertitude:


Frans

Uitgebreide vertaling voor incertitude (Frans) in het Nederlands

incertitude:

incertitude [la ~] zelfstandig naamwoord

  1. l'incertitude
    de onzekerheid
  2. l'incertitude (insécurité; péril; état précaire)
    het gevaar; de onveiligheid
  3. l'incertitude (hésitation; doute; indécision; )
    de aarzeling; de twijfeling; de weifeling

Vertaal Matrix voor incertitude:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
aarzeling accroc; doute; hésitation; incertitude; indécision; inhibiteur; irrésolution
gevaar incertitude; insécurité; péril; état précaire catastrophe; danger; désastre; menace; péril; risque
onveiligheid incertitude; insécurité; péril; état précaire
onzekerheid incertitude
twijfeling accroc; doute; hésitation; incertitude; indécision; inhibiteur; irrésolution doute; hésitation
weifeling accroc; doute; hésitation; incertitude; indécision; inhibiteur; irrésolution doute; dubitation; hésitation; indécision; irrésolution

Synoniemen voor "incertitude":


Verwante vertalingen van incertitude