Home ->Woordenboeken ->Frans/Nederlands ->Vertaal impulsion

Vertaal impulsion van Frans naar Nederlands

Overzicht
Frans naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. impulsion:
  2. Wiktionary:

Frans

Uitgebreide vertaling voor impulsion (Frans) in het Nederlands

impulsion:

impulsion [la ~] zelfstandig naamwoord

  1. l'impulsion (urgence)
    de neiging; de drang; de aandrang; de aandrift; de impuls; de drift
    • neiging [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
    • drang [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
    • aandrang [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
    • aandrift [de ~] zelfstandig naamwoord
    • impuls [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
    • drift [de ~] zelfstandig naamwoord
  2. l'impulsion (initiative)
    het initiatief; de aanzet
    • initiatief [het ~] zelfstandig naamwoord
    • aanzet [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
  3. l'impulsion (aiguillon; incitation; stimulation; )
    de stimulans; de impuls; de prikkel
    • stimulans [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
    • impuls [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
    • prikkel [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
  4. l'impulsion (poussée; coup; coup de pouce; )
    de stoot; de zet; de por; het duwtje; de duw; het stootje
    • stoot [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
    • zet [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
    • por [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
    • duwtje [het ~] zelfstandig naamwoord
    • duw [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
    • stootje [het ~] zelfstandig naamwoord
  5. l'impulsion (intuition; sentiment; sens inné; )
    de intuïtie; het gevoel; het instinct
    • intuïtie [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
    • gevoel [het ~] zelfstandig naamwoord
    • instinct [het ~] zelfstandig naamwoord
  6. l'impulsion (instinct)
    de opwelling; de impuls; de luim; de prikkel
    • opwelling [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
    • impuls [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
    • luim [de ~] zelfstandig naamwoord
    • prikkel [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
  7. l'impulsion (stimulant; stimulation; incitation; )
    de stimulering; de stimulans; de aansporing; de prikkel; de aanmoediging; de opwekking; animering
  8. l'impulsion (pulsion; instinct; tendance)
    de drift; de aandrift; het instinct
    • drift [de ~] zelfstandig naamwoord
    • aandrift [de ~] zelfstandig naamwoord
    • instinct [het ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor impulsion:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
aandrang impulsion; urgence application; ardeur; aspiration; efforts; instances; poussée; recherche; zèle
aandrift impulsion; instinct; pulsion; tendance; urgence ardeur; caractère; dynamisme; force; instinct; nez; odorat; poussée; propulsion; ressort; vitalité; âme; énergie
aanmoediging aiguillon; encouragement; impulsion; incitation; stimulant; stimulation; stimuli; stimulus activation; allumage; encouragement; excitation; incitation; mise en marche; propulsion; réconfort; soutien; stimulation; support
aansporing aiguillon; encouragement; impulsion; incitation; stimulant; stimulation; stimuli; stimulus activation; allumage; encouragement; excitation; incitation; mise en marche; propulsion; réconfort; soutien; stimulation; support
aanzet impulsion; initiative exhortation; incitation; instigation; stimulant; stimulation; stimulus
animering aiguillon; encouragement; impulsion; incitation; stimulant; stimulation; stimuli; stimulus exhortation; incitation; instigation; stimulant; stimulation; stimulus
drang impulsion; urgence application; ardeur; aspiration; efforts; instances; poussée; recherche; zèle
drift impulsion; instinct; pulsion; tendance; urgence ardeur; courant; courant maritime; désir; désir charnel; embrasement; entraînement; envie; ferveur; flux; fougue; meute; mouvement; passion; plaisir; pulsion sexuelle; troupe; troupeau; verve; volupté; zèle; élan
duw butoir; cahot; choc; coup; coup de pouce; heurt; impulsion; petit coup; poussée
duwtje butoir; cahot; choc; coup; coup de pouce; heurt; impulsion; petit coup; poussée
gevoel impulsion; instinct; intuition; penchant; sens inné; sensation; sentiment disposition; don; intuition; mouvement d'âme; perception; sens; sensation; sensibilité; sentiment; émotion
impuls aiguillon; encouragement; force; force propulsive; impulsion; incitation; instinct; piquant; poussée; stimulant; stimulation; stimuli; stimulus; urgence
initiatief impulsion; initiative
instinct impulsion; instinct; intuition; penchant; pulsion; sens inné; sensation; sentiment; tendance instinct; nez; odorat
intuïtie impulsion; instinct; intuition; penchant; sens inné; sensation; sentiment
luim impulsion; instinct caprice; humeur
neiging impulsion; urgence caractère; convoitise; disposition; désir; goût pour; inclination; intention; nature; orientation; paroi; penchant; prédilection; préférence; sympathies; tempérament; tendance
opwekking aiguillon; encouragement; impulsion; incitation; stimulant; stimulation; stimuli; stimulus activation; allumage; encouragement; excitation; exhortation; incitation; instigation; mise en marche; propulsion; réconfort; soutien; stimulant; stimulation; stimulus; support
opwelling impulsion; instinct caprice; engouement; passade
por butoir; cahot; choc; coup; coup de pouce; heurt; impulsion; petit coup; poussée
prikkel aiguillon; encouragement; force; force propulsive; impulsion; incitation; instinct; piquant; poussée; stimulant; stimulation; stimuli; stimulus aiguillon; encouragement; exhortation; incitation; instigation; stimulant; stimulation; stimulus
stimulans aiguillon; encouragement; force; force propulsive; impulsion; incitation; piquant; poussée; stimulant; stimulation; stimuli; stimulus activation; allumage; encouragement; excitation; incitation; mise en marche; propulsion; réconfort; soutien; stimulation; support
stimulering aiguillon; encouragement; impulsion; incitation; stimulant; stimulation; stimuli; stimulus encouragement
stoot butoir; cahot; choc; coup; coup de pouce; heurt; impulsion; petit coup; poussée baffe; beigne; chataîgne; choc; claque; coup; coup dur; gifle; gnon; heurt; marron; mouvement brusque; pain; petit coup; saccade; secousse; torgnole; à-coup
stootje butoir; cahot; choc; coup; coup de pouce; heurt; impulsion; petit coup; poussée
zet butoir; cahot; choc; coup; coup de pouce; heurt; impulsion; petit coup; poussée coup; coup d'échecs
OverVerwante vertalingenAndere vertalingen
stimulans stimulant

Synoniemen voor "impulsion":


Wiktionary: impulsion

impulsion
noun
  1. sterke opwelling om iets te doen, innerlijke drang
  2. innerlijke neiging om iets te doen
  3. innerlijke drang
Cross Translation:
FromToVia
• impulsion → impuls ↔ Impuls — Anstoß, Anregung

Verwante vertalingen van impulsion







Uw gratis, snelle en simpele vertaal woordenboek

Copyright © 2000-2024 Interglot ®

Pagina gepresenteerd in 0.0455 seconde
Page rendered in 1.0 seconds