Overzicht


Frans

Uitgebreide vertaling voor immoralité (Frans) in het Nederlands

immoralité:

immoralité [la ~] zelfstandig naamwoord

  1. l'immoralité (péché; défaut; vice)
    zedelijke slechtheid; de ondeugd; de zonde
  2. l'immoralité (débauche; libertinage; impudeur)
    de onzedelijkheid; de immoraliteit; de zedeloosheid

Vertaal Matrix voor immoralité:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
immoraliteit débauche; immoralité; impudeur; libertinage
ondeugd défaut; immoralité; péché; vice espiègle; espièglerie; gamin; polisson
onzedelijkheid débauche; immoralité; impudeur; libertinage
zedelijke slechtheid défaut; immoralité; péché; vice
zedeloosheid débauche; immoralité; impudeur; libertinage débauche; démesure; excès; libertinage
zonde défaut; immoralité; péché; vice
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
zonde dommage

Synoniemen voor "immoralité":