Overzicht
Frans naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. immigrant:
  2. Wiktionary:


Frans

Uitgebreide vertaling voor immigrant (Frans) in het Nederlands

immigrant:

immigrant [le ~] zelfstandig naamwoord

  1. l'immigrant
    de immigrant

Vertaal Matrix voor immigrant:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
immigrant immigrant

Synoniemen voor "immigrant":


Wiktionary: immigrant

immigrant
noun
  1. iemand die zich in een voor hem nieuw land vestigt of recentelijk heeft gevestigd, een inkomend landverhuizer

Cross Translation:
FromToVia
immigrant immigrant; ingewekene; inwijkeling immigrant — person