Overzicht
Frans naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. imitateur:
  2. Wiktionary:


Frans

Uitgebreide vertaling voor imitateur (Frans) in het Nederlands

imitateur:

imitateur [le ~] zelfstandig naamwoord

  1. l'imitateur (copiste; falsificateur; faussaire)
    nabootser; de imitator; de namaker; de vervalser
    • nabootser [znw.] zelfstandig naamwoord
    • imitator [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
    • namaker [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
    • vervalser [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
  2. l'imitateur (suiveur; copieur; simulateur; zélateur)
    de navolger; de imitator; nabootser

Vertaal Matrix voor imitateur:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
imitator copieur; copiste; falsificateur; faussaire; imitateur; simulateur; suiveur; zélateur
nabootser copieur; copiste; falsificateur; faussaire; imitateur; simulateur; suiveur; zélateur
namaker copiste; falsificateur; faussaire; imitateur
navolger copieur; imitateur; simulateur; suiveur; zélateur adepte; adhérant; disciple; partisan; suiveur
vervalser copiste; falsificateur; faussaire; imitateur

Synoniemen voor "imitateur":


Wiktionary: imitateur

imitateur
noun
  1. iemand die een ander persoon nadoet

Cross Translation:
FromToVia
imitateur naäper copycat — one who imitates others' work without adding ingenuity
imitateur imitator imitator — one who imitates another