Frans
Uitgebreide vertaling voor hébété (Frans) in het Nederlands
hébété:
-
hébété
afwezig; absent; gedachteloos-
afwezig bijvoeglijk naamwoord
-
absent bijvoeglijk naamwoord
-
gedachteloos bijvoeglijk naamwoord
-
-
hébété (fade)
-
hébété (somnolent; endormi; abruti; étourdi; à moitié endormi)
-
hébété (abruti; terne; étourdi)
-
hébété (stupéfait; étonné; surpris; perplexe; décontenancé; avec étonnement; bouche bée; interdit; ahuri; déconcerté; étourdi; ébahi; d'un air surpris)
verbaasd; sprakeloos; met de mond vol tanden; verbijsterd; verwonderd; verstomd; met open mond; verbluft-
verbaasd bijvoeglijk naamwoord
-
sprakeloos bijvoeglijk naamwoord
-
met de mond vol tanden bijvoeglijk naamwoord
-
verbijsterd bijvoeglijk naamwoord
-
verwonderd bijvoeglijk naamwoord
-
verstomd bijvoeglijk naamwoord
-
met open mond bijvoeglijk naamwoord
-
verbluft bijvoeglijk naamwoord
-
Vertaal Matrix voor hébété:
Synoniemen voor "hébété":
Computer vertaling door derden: