Frans
Uitgebreide vertaling voor hâtif (Frans) in het Nederlands
hâtif:
-
hâtif (agité; pressé; à la hâte; précipité; énervé; nerveux; précipitamment; avec précipitation; hâtivement; nerveusement)
gehaast; gestressed; haastig; gejaagd; jachtig-
gehaast bijvoeglijk naamwoord
-
gestressed bijvoeglijk naamwoord
-
haastig bijvoeglijk naamwoord
-
gejaagd bijvoeglijk naamwoord
-
jachtig bijvoeglijk naamwoord
-
-
hâtif (en toute hâte; vite; rapide; promptement; prompt; précipitamment; hâtivement; pressé)
-
hâtif (hâtivement; à la hâte)
in allerijl-
in allerijl bijvoeglijk naamwoord
-
-
hâtif (précipitamment; pressé; précipité; hâtivement; à la hâte; avec précipitation)
inderhaast-
inderhaast bijwoord
-
Vertaal Matrix voor hâtif:
Synoniemen voor "hâtif":
Wiktionary: hâtif
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• hâtif | → onbezonnen | ↔ rash — hasty |
Computer vertaling door derden: