Overzicht
Frans naar Nederlands: Meer gegevens...
- gros:
- Wiktionary:
-
Gebruikers suggesties voor gros:
- dikke
Frans
Uitgebreide vertaling voor gros (Frans) in het Nederlands
gros:
-
gros (corpulent; obèse; épais; fort; lourd; adipeux)
zwaarlijvig; dik; corpulent; lijvig; gezet-
zwaarlijvig bijvoeglijk naamwoord
-
dik bijvoeglijk naamwoord
-
corpulent bijvoeglijk naamwoord
-
lijvig bijvoeglijk naamwoord
-
gezet bijvoeglijk naamwoord
-
-
gros (ample; grand; énorme; large; de grande envergure; énormément; vaste; immense; colossal; largement; amplement)
-
gros (corpulent; obèse; grosse; épaisse; corpulente; épais; grasse; gras)
dik; lijvig; vet; zwaar van lijf-
dik bijvoeglijk naamwoord
-
lijvig bijvoeglijk naamwoord
-
vet bijvoeglijk naamwoord
-
zwaar van lijf bijvoeglijk naamwoord
-
-
gros (gras; lourd; potelé; épaisse; obèse; replet; consistant; corpulent; enflé; fort; volumineux; volumineuse)
-
gros (volumineux; volumineuse; grosse)
omvangrijk; volumineus; lijvig-
omvangrijk bijvoeglijk naamwoord
-
volumineus bijvoeglijk naamwoord
-
lijvig bijvoeglijk naamwoord
-
Vertaal Matrix voor gros:
Synoniemen voor "gros":
Wiktionary: gros
gros
Cross Translation:
adjective
gros
-
Qui a beaucoup de circonférence ou de volume.
adjective
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• gros | → dik; omvangrijk; lijvig | ↔ bulky — large in size, mass, or volume |
• gros | → dik; vet; volslank; corpulent; gezet | ↔ fat — carrying a larger than normal amount of fat on one's body |
• gros | → dik; dikke | ↔ thick — relatively great in extent from one surface to another |
• gros | → groot | ↔ groß — von beträchtlichem Ausmaß |