Overzicht
Frans naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. gibier:
  2. Wiktionary:


Frans

Uitgebreide vertaling voor gibier (Frans) in het Nederlands

gibier:

gibier zelfstandig naamwoord

  1. gibier
    het wild
    • wild [het ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor gibier:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
wild gibier bêtes féroces; bêtes sauvages; fauves
Bijvoeglijk NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
wild en colère; enragé; farouche; fou de rage; furibond; furieuse; furieusement; furieux; féroce; férocement; outré; raboteux; rageur; rude; rugueux; rêche; sauvage

Synoniemen voor "gibier":


Wiktionary: gibier

gibier
noun
  1. chasse|fr animal sauvages comestibles qu’on prendre à la chasse.

Cross Translation:
FromToVia
gibier wild game — wild animals hunted for food

Verwante vertalingen van gibier