Overzicht
Frans naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. garage:
  2. Wiktionary:


Frans

Uitgebreide vertaling voor garage (Frans) in het Nederlands

garage:

garage [le ~] zelfstandig naamwoord

  1. le garage (parking)
    de autogarage; de garage; autostalling; wagenschuur
  2. le garage (parking; place de stationnement; aire de stationnement; )
    de parkeerplaats

Vertaal Matrix voor garage:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
autogarage garage; parking
autostalling garage; parking
garage garage; parking
parkeerplaats aire de stationnement; garage; garage au sous-sol; garage souterrain; garage à étage; parking; place de stationnement
wagenschuur garage; parking

Synoniemen voor "garage":


Wiktionary: garage

garage
noun
  1. Bâtiment d’abri pour véhicules.
garage
noun
  1. een overdekte autostalling
  2. een bedrijf dat

Cross Translation:
FromToVia
garage garage GarageRaum zum dauerhaften abstellen und Unterstellen von Kraftfahrzeugen
garage werkplaats; garage Werkstatt — Arbeitsraum eines Handwerkers

Verwante vertalingen van garage