Overzicht
Frans naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. gangster:
  2. Wiktionary:


Frans

Uitgebreide vertaling voor gangster (Frans) in het Nederlands

gangster:

gangster [le ~] zelfstandig naamwoord

  1. le gangster (truand)
    de gangster
    • gangster [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
  2. le gangster (assaillant de banque; malfaiteur)
    de bankovervaller
  3. le gangster (coquin; malfaiteur; brigand; )
    de snoodaard; de bandiet; de boosdoener; de slechtaard; de booswicht; de onverlaat

Vertaal Matrix voor gangster:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
bandiet bandit; brigand; coquin; criminel; gangster; malfaiteur; réprouvé; taquin
bankovervaller assaillant de banque; gangster; malfaiteur
boosdoener bandit; brigand; coquin; criminel; gangster; malfaiteur; réprouvé; taquin
booswicht bandit; brigand; coquin; criminel; gangster; malfaiteur; réprouvé; taquin
gangster gangster; truand
onverlaat bandit; brigand; coquin; criminel; gangster; malfaiteur; réprouvé; taquin
slechtaard bandit; brigand; coquin; criminel; gangster; malfaiteur; réprouvé; taquin
snoodaard bandit; brigand; coquin; criminel; gangster; malfaiteur; réprouvé; taquin

Synoniemen voor "gangster":


Wiktionary: gangster


Cross Translation:
FromToVia
gangster gangster gangster — street gang member