Home ->Woordenboeken ->Frans/Nederlands ->Vertaal fureter

Vertaal fureter van Frans naar Nederlands

Overzicht
Frans naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. fureter:
  2. Wiktionary:

Frans

Uitgebreide vertaling voor fureter (Frans) in het Nederlands

fureter:

fureter werkwoord (furète, furètes, furetons, furetez, )

  1. fureter (regarder autour de soi; flairer çà et là; fouiner; chercher)
    rondkijken; rondneuzen; struinen; om zich heen kijken; rondscharrelen; rondsnuffelen
    • rondkijken werkwoord (kijk rond, kijkt rond, keek rond, keken rond, rondgekeken)
    • rondneuzen werkwoord (neus rond, neust rond, neusde rond, neusden rond, rondgeneusd)
    • struinen werkwoord (struin, struint, struinde, struinden, gestruind)
    • rondscharrelen werkwoord (scharrel rond, scharrelt rond, scharrelde rond, scharrelden rond, rondgescharreld)
    • rondsnuffelen werkwoord (snuffel rond, snuffelt rond, snuffelde rond, snuffelden rond, rondgesnuffeld)
  2. fureter (fouiner; fouiller)
    graaien; grabbelen; snuffelen
    • graaien werkwoord (graai, graait, graaide, graaiden, gegraaid)
    • grabbelen werkwoord (grabbel, grabbelt, grabbelde, grabbelden, gegrabbeld)
    • snuffelen werkwoord (snuffel, snuffelt, snuffelde, snuffelden, gesnuffeld)
  3. fureter (fourrer le nez dans; fouiller; fouiner)
    speuren; neuzen
    • speuren werkwoord (speur, speurt, speurde, speurden, gespeurd)
    • neuzen werkwoord (neus, neust, neusde, neusden, geneusd)
  4. fureter (enquêter; examiner; faire des recherches; )
    rechercheren; snuffelen; speuren; naspeuring doen
    • rechercheren werkwoord (rechercheer, rechercheert, rechercheerde, rechercheerden, gerechercheerd)
    • snuffelen werkwoord (snuffel, snuffelt, snuffelde, snuffelden, gesnuffeld)
    • speuren werkwoord (speur, speurt, speurde, speurden, gespeurd)
    • naspeuring doen werkwoord
  5. fureter (tripoter; fouiller; barbouiller; )
    scharrelen van kip
  6. fureter (flairer; fouiller; fourrer le nez dans; fouiner)
    snuffelen
    • snuffelen werkwoord (snuffel, snuffelt, snuffelde, snuffelden, gesnuffeld)
  7. fureter (flairer; renifler)
    snuffen
    • snuffen werkwoord (snuf, snuft, snufte, snuften, gesnuft)
  8. fureter (flairer; renifler)
    besnuffelen; besniffelen
    • besnuffelen werkwoord (besnuffel, besnuffelt, besnuffelde, besnuffelden, besnuffeld)
    • besniffelen werkwoord (besniffel, besniffelt, besniffelde, besniffelden, besniffeld)
  9. fureter (être perdu; traîner; se tromper; )
    verdwaald zijn

Conjugations for fureter:

Présent
  1. furète
  2. furètes
  3. furète
  4. furetons
  5. furetez
  6. furètent
imparfait
  1. furetais
  2. furetais
  3. furetait
  4. furetions
  5. furetiez
  6. furetaient
passé simple
  1. furetai
  2. furetas
  3. fureta
  4. furetâmes
  5. furetâtes
  6. furetèrent
futur simple
  1. furèterai
  2. furèteras
  3. furètera
  4. furèterons
  5. furèterez
  6. furèteront
subjonctif présent
  1. que je furète
  2. que tu furètes
  3. qu'il furète
  4. que nous furetions
  5. que vous furetiez
  6. qu'ils furètent
conditionnel présent
  1. furèterais
  2. furèterais
  3. furèterait
  4. furèterions
  5. furèteriez
  6. furèteraient
passé composé
  1. ai fureté
  2. as fureté
  3. a fureté
  4. avons fureté
  5. avez fureté
  6. ont fureté
divers
  1. furète!
  2. furetez!
  3. furetons!
  5. fureté
  6. furetant
1. je, 2. tu, 3. il/elle/on, 4. nous, 5. vous, 6. ils/elles

Vertaal Matrix voor fureter:

WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
besniffelen flairer; fureter; renifler
besnuffelen flairer; fureter; renifler
graaien fouiller; fouiner; fureter attraper; barboter; chiper; farfouiller; fouiller; fouiner; piquer; prendre; souffler; tâtonner
grabbelen fouiller; fouiner; fureter farfouiller; fouiller; fouiner; tâtonner
naspeuring doen enquêter; examiner; faire des recherches; flairer; fouiller; fouiner; fourrer le nez dans; fureter; inspecter; renifler
neuzen fouiller; fouiner; fourrer le nez dans; fureter
om zich heen kijken chercher; flairer çà et là; fouiner; fureter; regarder autour de soi
rechercheren enquêter; examiner; faire des recherches; flairer; fouiller; fouiner; fourrer le nez dans; fureter; inspecter; renifler
rondkijken chercher; flairer çà et là; fouiner; fureter; regarder autour de soi
rondneuzen chercher; flairer çà et là; fouiner; fureter; regarder autour de soi
rondscharrelen chercher; flairer çà et là; fouiner; fureter; regarder autour de soi
rondsnuffelen chercher; flairer çà et là; fouiner; fureter; regarder autour de soi
scharrelen van kip barbouiller; cochonner; faire n'importe quoi; farfouiller; fouiller; fouiner; fureter; gargouiller; goder; patauger; travailler sans soin; tripoter
snuffelen enquêter; examiner; faire des recherches; flairer; fouiller; fouiner; fourrer le nez dans; fureter; inspecter; renifler fouiller dans; fouir dans
snuffen flairer; fureter; renifler
speuren enquêter; examiner; faire des recherches; flairer; fouiller; fouiner; fourrer le nez dans; fureter; inspecter; renifler faire des recherches; rechercher qc
struinen chercher; flairer çà et là; fouiner; fureter; regarder autour de soi
verdwaald zijn courir le monde; déambuler; errer; errer à l'aventure; flâner; fouiner; fureter; rôder; s'égarer; se fourvoyer; se tromper; traîner; vadrouiller; vagabonder; vaguer; être perdu

Synoniemen voor "fureter":


Wiktionary: fureter

Cross Translation:
FromToVia
• fureter → boren; steken ↔ pry — to look where one is not welcome; to be nosey

Computer vertaling door derden:






Uw gratis, snelle en simpele vertaal woordenboek

Copyright © 2000-2024 Interglot ®

Pagina gepresenteerd in 0.0481 seconde
Page rendered in 1.0 seconds