Overzicht
Frans naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. frimousse:
  2. Wiktionary:


Frans

Uitgebreide vertaling voor frimousse (Frans) in het Nederlands

frimousse:

frimousse [la ~] zelfstandig naamwoord

  1. la frimousse (trogne; gueule)
    porum; de smoel; de snuit; het bakkes; ponum; de tronie; het smoelwerk; de snoet
    • porum [znw.] zelfstandig naamwoord
    • smoel [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
    • snuit [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
    • bakkes [het ~] zelfstandig naamwoord
    • ponum [znw.] zelfstandig naamwoord
    • tronie [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
    • smoelwerk [het ~] zelfstandig naamwoord
    • snoet [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
  2. la frimousse (minois)
    de toet
    • toet [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor frimousse:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
bakkes frimousse; gueule; trogne
ponum frimousse; gueule; trogne
porum frimousse; gueule; trogne
smoel frimousse; gueule; trogne bec; gueule; museau
smoelwerk frimousse; gueule; trogne bec; gueule; museau
snoet frimousse; gueule; trogne
snuit frimousse; gueule; trogne
toet frimousse; minois
tronie frimousse; gueule; trogne
OverVerwante vertalingenAndere vertalingen
toet coup de klaxon; huée

Synoniemen voor "frimousse":


Wiktionary: frimousse

frimousse
noun
  1. Association facétieuse de quelques caractères typographiques