Fourniture in het Nederlands vertaald uit het Frans

Remove Ads

Overzicht

Frans naar Nederlands: Meer gegevens...

fourniture:
- levering; bezorging; leverantie; afgifte; geleverde; aanvoer; toevoer
Wiktionary:
- fourniture → aanvoer, bevoorrading, leverantie, levering, toevoer
- fourniture → aanschaffing

Frans

Uitgebreide vertaling voor fourniture (Frans) in het Nederlands

fourniture:

fourniture [la ~] zelfstandig naamwoord

la fourniture (provision; livraison; envoi; approvisionnement; expédition; remise; ravitaillement; distribution; provisions; stocks; dépôt; mission; réserve; stock; réserves; survenance; arrivage)
de levering; de bezorging; de leverantie; de afgifte; geleverde
- levering [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
- bezorging [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
- leverantie [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
- afgifte [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
- geleverde [znw.] zelfstandig naamwoord
la fourniture (approvisionnement; provision; arrivage; livraison; ravitaillement; provisions; survenance)
de aanvoer; de toevoer
- aanvoer [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
- toevoer [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor fourniture:

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
aanvoer	approvisionnement; arrivage; fourniture; livraison; provision; provisions; ravitaillement; survenance
afgifte	approvisionnement; arrivage; distribution; dépôt; envoi; expédition; fourniture; livraison; mission; provision; provisions; ravitaillement; remise; réserve; réserves; stock; stocks; survenance	accordement; dispersion; distribution; délivrance; dépôt; livraison; octroi; remise; émission
bezorging	approvisionnement; arrivage; distribution; dépôt; envoi; expédition; fourniture; livraison; mission; provision; provisions; ravitaillement; remise; réserve; réserves; stock; stocks; survenance	distribution; distribution du courrier; livraison; livraison par poste; service de livraison
geleverde	approvisionnement; arrivage; distribution; dépôt; envoi; expédition; fourniture; livraison; mission; provision; provisions; ravitaillement; remise; réserve; réserves; stock; stocks; survenance
leverantie	approvisionnement; arrivage; distribution; dépôt; envoi; expédition; fourniture; livraison; mission; provision; provisions; ravitaillement; remise; réserve; réserves; stock; stocks; survenance	envoi; expédition; livraison; mission; remise
levering	approvisionnement; arrivage; distribution; dépôt; envoi; expédition; fourniture; livraison; mission; provision; provisions; ravitaillement; remise; réserve; réserves; stock; stocks; survenance	envoi; expédition; livraison; mission; remise
toevoer	approvisionnement; arrivage; fourniture; livraison; provision; provisions; ravitaillement; survenance

Synoniemen voor "fourniture":

approvisionnement; provision; vivre; aliment; ravitaillement; subsistance; réserve; stock; prestation; marchandise; article; produit; denrée; fret; apport; aide; redevance; allocation; réapprovisionnement; réassortiment; repeuplement; repopulation; ensemencement; alevinage

Wiktionary: fourniture

fourniture

noun

provision fournir ou à fournir.
- fourniture → aanvoer; bevoorrading; leverantie; levering; toevoer

Cross Translation:

From	To	Via
• fourniture	→ aanschaffing	↔ Beschaffung — allgemein: beschaffen oder besorgen von materiellen oder ideellen Gut

Computer vertaling door derden:

Verwante vertalingen van fourniture

fourniture d'informations

Remove Ads

Vertaal fourniture van Frans naar Nederlands

Uitgebreide vertaling voor fourniture (Frans) in het Nederlands

fourniture:

fourniture [la ~] zelfstandig naamwoord

la fourniture (provision; livraison; envoi; approvisionnement; expédition; remise; ravitaillement; distribution; provisions; stocks; dépôt; mission; réserve; stock; réserves; survenance; arrivage)

la fourniture (approvisionnement; provision; arrivage; livraison; ravitaillement; provisions; survenance)

Vertaal Matrix voor fourniture:

Synoniemen voor "fourniture":

Wiktionary: fourniture

Verwante vertalingen van fourniture