Overzicht
Frans naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. forêt:
  2. Wiktionary:


Frans

Uitgebreide vertaling voor forêt (Frans) in het Nederlands

forêt:

forêt [la ~] zelfstandig naamwoord

  1. la forêt (pays boisé; bois; arbres)
    het bos
    – heleboel bomen bij elkaar 1
    • bos [het ~] zelfstandig naamwoord
      • we maakten een wandeling in het bos1
    het bosland; het geboomte; het woud
    • bosland [het ~] zelfstandig naamwoord
    • geboomte [het ~] zelfstandig naamwoord
    • woud [het ~] zelfstandig naamwoord
  2. la forêt (bois)
    het woud
    • woud [het ~] zelfstandig naamwoord
  3. la forêt
    de bos
    – heleboel bomen bij elkaar 1
    • bos [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
      • we maakten een wandeling in het bos1
  4. la forêt

Vertaal Matrix voor forêt:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
bos arbres; bois; forêt; pays boisé faisceau
bosland arbres; bois; forêt; pays boisé
geboomte arbres; bois; forêt; pays boisé
woud arbres; bois; forêt; pays boisé
Not SpecifiedVerwante vertalingenAndere vertalingen
forest forêt

Synoniemen voor "forêt":


Wiktionary: forêt

forêt
noun
  1. vaste terrain couvert de bois
forêt
noun
  1. groot bos

Cross Translation:
FromToVia
forêt woud; bos forest — dense collection of trees
forêt woud; bos Wald — größere von Bäumen dicht bewachsene FlächeZu den sprachlichen Implikationen von „Wald“ siehe: Ludwig M. Eichinger: Der Wald in der deutschen Sprache. Vorgestern, gestern und heute. In: Der Sprachdienst 24, Heft 3, 2008, Seite 2-13.

Verwante vertalingen van forêt