Frans
Uitgebreide vertaling voor foncer sur (Frans) in het Nederlands
foncer sur:
-
foncer sur
-
foncer sur (naviguer sur; aller droit à)
aansturen op; afstevenen op; afvaren op; afstomen op; aanhouden op-
aansturen op werkwoord
-
afstevenen op werkwoord
-
afvaren op werkwoord
-
afstomen op werkwoord
-
Vertaal Matrix voor foncer sur:
Zelfstandig Naamwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
aansturen op | ambition; aspiration; but; ce que l'on vise; intention | |
Werkwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
aanhouden op | aller droit à; foncer sur; naviguer sur | |
aansturen op | aller droit à; foncer sur; naviguer sur | avoir en vue; viser; viser à |
afstevenen | foncer sur | |
afstevenen op | aller droit à; foncer sur; naviguer sur | |
afstomen op | aller droit à; foncer sur; naviguer sur | |
afvaren op | aller droit à; foncer sur; naviguer sur |