Frans

Uitgebreide vertaling voor folie (Frans) in het Nederlands

folie:

folie [la ~] zelfstandig naamwoord

  1. la folie (humour; drôlerie; boutade; )
    de humor; de geestigheid
    • humor [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
    • geestigheid [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
  2. la folie (allégresse; plaisir; joie; )
    het plezier; de pret; de lol; de jolijt; de gein; de leut; de keet
    • plezier [het ~] zelfstandig naamwoord
    • pret [de ~] zelfstandig naamwoord
    • lol [de ~] zelfstandig naamwoord
    • jolijt [de ~] zelfstandig naamwoord
    • gein [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
    • leut [de ~] zelfstandig naamwoord
    • keet [de ~] zelfstandig naamwoord
  3. la folie (blague; plaisanterie; stupidité; )
    de gekkigheid; de dwaasheid; de gekte; de gekheid; de idioterie; de zotheid
    • gekkigheid [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
    • dwaasheid [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
    • gekte [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
    • gekheid [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
    • idioterie [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
    • zotheid [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
  4. la folie (fureur; délire; furie; )
    de woede; de toorn; de giftigheid; de kwaadheid; de razernij
    • woede [de ~] zelfstandig naamwoord
    • toorn [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
    • giftigheid [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
    • kwaadheid [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
    • razernij [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
  5. la folie (frénésie)
    de uitzinnigheid
  6. la folie (arriération mentale; absurdité)
    de waanzin; de idioterie; de krankzinnigheid; de achterlijkheid
  7. la folie (sottise; médiocrité; bêtise; nullité; idiotie)
    de flauwiteit; flauwe grap
  8. la folie (non-sens; sottise)
    het gekkenwerk
  9. la folie (sottise; raillerie; bêtise; )
    de malheid
    • malheid [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
  10. la folie (absurdité; bêtise; idiotie; )
    de ongerijmdheid; de absurditeit; de onzinnigheid; de dwaasheid; de idioterie; het onverstand
  11. la folie (drôlerie; rigolade; esprit; )
    de gein; de grap; uiting van vrolijkheid; de aardigheid
  12. la folie (aliénation)
    de waanzinnigheid
  13. la folie (égarement; abrutissement)
    de uitzinnigheid; de verdwazing; verdwaasdheid

Vertaal Matrix voor folie:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
aardigheid badinage; blague; boutade; comique; drôlerie; esprit; farce; folie; humour; plaisanterie; rigolade; sottise; trait d'esprit amabilité; badinage; blague; boutade; cadeau; canard; cocasserie; contentement; courtoisie; don; dons; gentillesse; histoire drôle; hospitalité; joie; petit cadeau; petit rien; plaisanterie; plaisir; présent; raillerie; rigolade; satisfaction; trait d'esprit
absurditeit absurdité; aliénation mentale; bêtise; folie; idiotie; manque de raison; manque de sagesse; non-sens; sottise
achterlijkheid absurdité; arriération mentale; folie débilité mentale; sénilité
dwaasheid absurdité; aliénation mentale; blague; bouffonnerie; bêtise; déraison; folie; idiotie; manque de raison; manque de sagesse; non-sens; plaisanterie; sottise; stupidité
flauwe grap bêtise; folie; idiotie; médiocrité; nullité; sottise
flauwiteit bêtise; folie; idiotie; médiocrité; nullité; sottise
geestigheid badinage; blague; boutade; comique; drôlerie; esprit; farce; folie; humour; plaisanterie; rigolade; sottise; trait d'esprit
gein allégresse; badinage; belle humeur; blague; bordel; bouffonnerie; boutade; bêtise; cocasserie; comique; cris d'allégresse; drôlerie; esprit; farce; folie; gaieté; humour; joie; plaisanterie; plaisir; raillerie; rigolade; réjouissance; satisfaction; sottise; stupidité; trait d'esprit badinage; blague; boutade; canard; cocasserie; histoire drôle; plaisanterie; plaisir; raillerie; rigolade; trait d'esprit
gekheid blague; bouffonnerie; bêtise; déraison; folie; idiotie; plaisanterie; sottise; stupidité badinage; blague; boutade; bêtises; canard; cocasserie; espièglerie; histoire drôle; plaisanterie; raillerie; rigolade; sottise; trait d'esprit
gekkenwerk folie; non-sens; sottise
gekkigheid blague; bouffonnerie; bêtise; déraison; folie; idiotie; plaisanterie; sottise; stupidité
gekte blague; bouffonnerie; bêtise; déraison; folie; idiotie; plaisanterie; sottise; stupidité
giftigheid courroux; délire; folie; frénésie; fureur; furie; rage; virulence bassesse; courroux; délire; malignité; malveillance; méchanceté; perfidie; poison; toxique; venimosité; venin; vilenie; virulence
grap badinage; blague; boutade; comique; drôlerie; esprit; farce; folie; humour; plaisanterie; rigolade; sottise; trait d'esprit blague; boutade; canard; plaisanterie; trait d'esprit
humor badinage; blague; boutade; comique; drôlerie; esprit; farce; folie; humour; plaisanterie; rigolade; sottise; trait d'esprit
idioterie absurdité; aliénation mentale; arriération mentale; blague; bouffonnerie; bêtise; déraison; folie; idiotie; manque de raison; manque de sagesse; non-sens; plaisanterie; sottise; stupidité
jolijt allégresse; badinage; belle humeur; blague; bordel; bouffonnerie; bêtise; cocasserie; cris d'allégresse; farce; folie; gaieté; joie; plaisanterie; plaisir; raillerie; rigolade; réjouissance; satisfaction; sottise; stupidité allégresse; belle humeur; bonne humeur; divertissement; enjouement; gaieté; grande joie; humeur joyeuse; joie; jovialité; plaisir; réjouissance; satisfaction
keet allégresse; badinage; belle humeur; blague; bordel; bouffonnerie; bêtise; cocasserie; cris d'allégresse; farce; folie; gaieté; joie; plaisanterie; plaisir; raillerie; rigolade; réjouissance; satisfaction; sottise; stupidité allégresse; baraque; baraque de chantier; bonne humeur; bordel; cabine; chaos; chaumière; chienlit; confusion; divertissement; décharge; désordre; embrouillage; enjouement; gaieté; grande joie; grange; hangar; humeur joyeuse; joie; jovialité; pagaille; pagaïe; plaisir; remise; réjouissance
krankzinnigheid absurdité; arriération mentale; folie
kwaadheid courroux; délire; folie; frénésie; fureur; furie; rage; virulence
leut allégresse; badinage; belle humeur; blague; bordel; bouffonnerie; bêtise; cocasserie; cris d'allégresse; farce; folie; gaieté; joie; plaisanterie; plaisir; raillerie; rigolade; réjouissance; satisfaction; sottise; stupidité joie; passion; plaisir; pulsion sexuelle
lol allégresse; badinage; belle humeur; blague; bordel; bouffonnerie; bêtise; cocasserie; cris d'allégresse; farce; folie; gaieté; joie; plaisanterie; plaisir; raillerie; rigolade; réjouissance; satisfaction; sottise; stupidité allégresse; bonne humeur; divertissement; enjouement; gaieté; grande joie; humeur joyeuse; joie; jovialité; plaisir; réjouissance
malheid badinage; bouffonnerie; bêtise; cocasserie; folie; plaisanterie; raillerie; sottise
ongerijmdheid absurdité; aliénation mentale; bêtise; folie; idiotie; manque de raison; manque de sagesse; non-sens; sottise
onverstand absurdité; aliénation mentale; bêtise; folie; idiotie; manque de raison; manque de sagesse; non-sens; sottise
onzinnigheid absurdité; aliénation mentale; bêtise; folie; idiotie; manque de raison; manque de sagesse; non-sens; sottise inutilité; vanité
plezier allégresse; badinage; belle humeur; blague; bordel; bouffonnerie; bêtise; cocasserie; cris d'allégresse; farce; folie; gaieté; joie; plaisanterie; plaisir; raillerie; rigolade; réjouissance; satisfaction; sottise; stupidité allégresse; belle humeur; bonne humeur; contentement; divertissement; enjouement; gaieté; grande joie; humeur joyeuse; joie; jovialité; passion; plaisir; pulsion sexuelle; réjouissance; satisfaction
pret allégresse; badinage; belle humeur; blague; bordel; bouffonnerie; bêtise; cocasserie; cris d'allégresse; farce; folie; gaieté; joie; plaisanterie; plaisir; raillerie; rigolade; réjouissance; satisfaction; sottise; stupidité allégresse; belle humeur; gaieté; joie; passion; plaisir; pulsion sexuelle; réjouissance; satisfaction
razernij courroux; délire; folie; frénésie; fureur; furie; rage; virulence fureur; furie
toorn courroux; délire; folie; frénésie; fureur; furie; rage; virulence
uiting van vrolijkheid badinage; blague; boutade; comique; drôlerie; esprit; farce; folie; humour; plaisanterie; rigolade; sottise; trait d'esprit
uitzinnigheid abrutissement; folie; frénésie; égarement
verdwaasdheid abrutissement; folie; égarement ahurissement; égarement
verdwazing abrutissement; folie; égarement
waanzin absurdité; arriération mentale; folie baliverne; balivernes; bêtises; ineptie
waanzinnigheid aliénation; folie
woede courroux; délire; folie; frénésie; fureur; furie; rage; virulence
zotheid blague; bouffonnerie; bêtise; déraison; folie; idiotie; plaisanterie; sottise; stupidité

Synoniemen voor "folie":


Wiktionary: folie

folie
noun
  1. dérangement de l’esprit, accès de folie.
folie
noun
  1. een gebrek aan gezond verstand
  2. het lijden aan een geestesstoornis

Cross Translation:
FromToVia
folie krankzinnigheid insanity — state of being insane

Verwante vertalingen van folie