Flèche in het Nederlands vertaald uit het Frans

Overzicht

Frans naar Nederlands: Meer gegevens...

flèche:
- pijl; hijsarm; lastarm; kluiver; laadboom; giek; schimpscheut; torenspits
Wiktionary:
- flèche → pijl, giek
- flèche → pijl, spits, torenspits

Frans

Uitgebreide vertaling voor flèche (Frans) in het Nederlands

la flèche
de pijl
- pijl [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
la flèche
hijsarm; de lastarm
- hijsarm [znw.] zelfstandig naamwoord
- lastarm [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
la flèche (yole)
de kluiver; de laadboom; de giek
- kluiver [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
- laadboom [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
- giek [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
la flèche (trait; pique)
de schimpscheut
- schimpscheut [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
la flèche (flèche de clocher)
de torenspits
- torenspits [de ~] zelfstandig naamwoord

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
giek	flèche; yole
hijsarm	flèche	installation à levier; levier
kluiver	flèche; yole
laadboom	flèche; yole
lastarm	flèche
pijl	flèche
schimpscheut	flèche; pique; trait
torenspits	flèche; flèche de clocher

flèche

noun

flèche

noun

Cross Translation:

From	To	Via
• flèche	→ pijl	↔ arrow — projectile
• flèche	→ pijl	↔ arrow — symbol
• flèche	→ spits; torenspits	↔ spire — tapering architectural structure
• flèche	→ pijl	↔ pijl — projectiel
• flèche	→ pijl	↔ Pfeil — Geschoss bestehend aus Rohr und Spitze, das mit einem Bogen abgeschossen wird
• flèche	→ pijl	↔ Pfeil — figürlich: abstraktes Bild von [1] (bestehend aus Linie und Spitze), das auf etwas oder in eine Richtung zeigt