Home ->Woordenboeken ->Frans/Nederlands ->Vertaal feuilleter

Vertaal feuilleter van Frans naar Nederlands

Overzicht
Frans naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. feuilleter:
  2. Wiktionary:

Frans

Uitgebreide vertaling voor feuilleter (Frans) in het Nederlands

feuilleter:

feuilleter werkwoord (feuillette, feuillettes, feuilletons, feuilletez, )

  1. feuilleter (tourner les pages)
    bladeren
    • bladeren werkwoord (blader, bladert, bladerde, bladerden, gebladerd)
  2. feuilleter (parcourir)
    doorbladeren; bladeren
    • doorbladeren werkwoord (blader door, bladert door, bladerde door, bladerden door, doorgebladerd)
    • bladeren werkwoord (blader, bladert, bladerde, bladerden, gebladerd)
  3. feuilleter (parcourir)
    doorbladeren
    • doorbladeren werkwoord (blader door, bladert door, bladerde door, bladerden door, doorgebladerd)
  4. feuilleter
    omslaan; ombladeren; omkeren
    • omslaan werkwoord (sla om, slaat om, sloeg om, sloegen om, omgeslagen)
    • ombladeren werkwoord (blader om, bladert om, bladerde om, bladerden om, omgebladerd)
    • omkeren werkwoord (keer om, keert om, keerde om, keerden om, omgekeerd)
  5. feuilleter
    korsten
    • korsten werkwoord (korst, korstte, korstten, gekorst)

Conjugations for feuilleter:

Présent
  1. feuillette
  2. feuillettes
  3. feuillette
  4. feuilletons
  5. feuilletez
  6. feuillettent
imparfait
  1. feuilletais
  2. feuilletais
  3. feuilletait
  4. feuilletions
  5. feuilletiez
  6. feuilletaient
passé simple
  1. feuilletai
  2. feuilletas
  3. feuilleta
  4. feuilletâmes
  5. feuilletâtes
  6. feuilletèrent
futur simple
  1. feuilletterai
  2. feuilletteras
  3. feuillettera
  4. feuilletterons
  5. feuilletterez
  6. feuilletteront
subjonctif présent
  1. que je feuillette
  2. que tu feuillettes
  3. qu'il feuillette
  4. que nous feuilletions
  5. que vous feuilletiez
  6. qu'ils feuillettent
conditionnel présent
  1. feuilletterais
  2. feuilletterais
  3. feuilletterait
  4. feuilletterions
  5. feuilletteriez
  6. feuilletteraient
passé composé
  1. ai feuilleté
  2. as feuilleté
  3. a feuilleté
  4. avons feuilleté
  5. avez feuilleté
  6. ont feuilleté
divers
  1. feuillette!
  2. feuilletez!
  3. feuilletons!
  5. feuilleté
  6. feuilletant
1. je, 2. tu, 3. il/elle/on, 4. nous, 5. vous, 6. ils/elles

Vertaal Matrix voor feuilleter:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
korsten croûtes apparaissant pendant la guérison d'une blessure
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
bladeren feuilleter; parcourir; tourner les pages parcourir; rechercher
doorbladeren feuilleter; parcourir
korsten feuilleter
ombladeren feuilleter
omkeren feuilleter aller de retour; aller en arrière; convertir; détourner; faire demi-tour; inverser; reculer; rentrer; renverser; retourner; revenir; se retourner; tourner
omslaan feuilleter abattre; abattre qn; basculer qn; changer brusquement; culbuter qn; faire tomber; flanquer par terre; jeter sur les épaules; mettre sur les épaules; rabattre qn

Synoniemen voor "feuilleter":


Wiktionary: feuilleter

feuilleter
verb
  1. parcourir un livre, un manuscrit tourner les feuillets.
Cross Translation:
FromToVia
• feuilleter → doorbladeren ↔ browse — scan, casually look through
• feuilleter → doorbladeren; bladeren ↔ leaf through — to turn the pages of (a book) rapidly reading short sections at random
• feuilleter → bladeren; in; doorbladeren ↔ page — turn several pages of a publication
• feuilleter → doorbladeren; diagonaal; lezen ↔ skim — read quickly, skipping some detail







Uw gratis, snelle en simpele vertaal woordenboek

Copyright © 2000-2024 Interglot ®

Pagina gepresenteerd in 0.0485 seconde
Page rendered in 1.0 seconds