Overzicht
Frans naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. femme:
  2. Wiktionary:


Frans

Uitgebreide vertaling voor femme (Frans) in het Nederlands

femme:

femme [la ~] zelfstandig naamwoord

  1. la femme (épouse; compagne; partenaire)
    de vrouw; de gade
    • vrouw [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
    • gade [de ~] zelfstandig naamwoord
  2. la femme (épouse; compagne; partenaire)
    de gemalin
    • gemalin [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
  3. la femme (nana; mégère; fille)
    het wijf; de vrouw
    • wijf [het ~] zelfstandig naamwoord
    • vrouw [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
  4. la femme (bonne femme; mégère; fille; )
    het vrouwmens; het vrouwspersoon; de vrouw
  5. la femme (épouse; partenaire)
    de echtgenote
  6. la femme (femme au foyer)
    de huisvrouw
  7. la femme (compagne de vie; épouse)
    de levensgezellin
  8. la femme
    de vrouw
    • vrouw [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor femme:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
echtgenote femme; partenaire; épouse
gade compagne; femme; partenaire; épouse époux
gemalin compagne; femme; partenaire; épouse
huisvrouw femme; femme au foyer femme au foyer
levensgezellin compagne de vie; femme; épouse
vrouw bonne; bonne femme; compagne; créature; femelle; femme; fille; mégère; nana; partenaire; épouse
vrouwmens bonne; bonne femme; créature; femelle; femme; fille; mégère; nana
vrouwspersoon bonne; bonne femme; créature; femelle; femme; fille; mégère; nana
wijf femme; fille; mégère; nana

Synoniemen voor "femme":


Wiktionary: femme

femme
noun
  1. Être humain adulte de sexe féminin
  2. Épouse.
femme
noun
  1. een volwassen vrouwelijke mens
  2. de vrouwelijke partner in een huwelijk

Cross Translation:
FromToVia
femme vrouw; echtgenote Frauverheiraten Frau, Ehefrau
femme vrouw Frauerwachsener, weiblicher Mensch
femme vrouw; echtgenote wife — married woman
femme vrouw woman — adult female human being

Verwante vertalingen van femme