Overzicht
Frans naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. faussé:


Frans

Uitgebreide vertaling voor faussé (Frans) in het Nederlands

faussé:

faussé bijvoeglijk naamwoord

  1. faussé (falsifié; contrefait; trafiqué)
    vervalst; nep
    • vervalst bijvoeglijk naamwoord
    • nep bijvoeglijk naamwoord
  2. faussé (tordu; tourné; altéré)
    verwrongen; verdraaid

Vertaal Matrix voor faussé:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
nep barbouillage; bousillage; contrefaçon; copie; duperie; escroquerie; fraude; imitation; piège grossier; toc; tricherie
Bijvoeglijk NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
verdraaid altéré; faussé; tordu; tourné bougrement; diable!; diablement; effrayant; effroyablement; maudit; pardi; sacré; satané; terriblement; vilain
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
nep contrefait; falsifié; faussé; trafiqué
vervalst contrefait; falsifié; faussé; trafiqué
verwrongen altéré; faussé; tordu; tourné

Synoniemen voor "faussé":

  • disloqué; déboîté; désarticulé; démantibulé; démis; démanché; luxé; désossé; démoli; brisé; cassé

Verwante vertalingen van faussé