Faucheur in het Nederlands vertaald uit het Frans

Overzicht

Frans naar Nederlands: Meer gegevens...

faucheur:
- grasmaaier; grasmaaimachine; knipper; bietser; sjacheraar; louche handelaar; maaier
Wiktionary:
- faucheur → hooiwagen

Frans

Uitgebreide vertaling voor faucheur (Frans) in het Nederlands

le faucheur (tondeuse à gazon)
de grasmaaier; de grasmaaimachine
- grasmaaier [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
- grasmaaimachine [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
le faucheur (découpeur; moissonneur; faucheuse; découpeuse; moissonneuse)
de knipper
- knipper [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
le faucheur (chipeur; tapeur; écornifleur)
de bietser
- bietser [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
le faucheur (traficoteur; chipeur; écornifleur; grippe-sou)
de sjacheraar; louche handelaar
- sjacheraar [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
- louche handelaar [znw.] zelfstandig naamwoord
le faucheur (moissonneur)
de maaier
- maaier [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
bietser	chipeur; faucheur; tapeur; écornifleur
grasmaaier	faucheur; tondeuse à gazon
grasmaaimachine	faucheur; tondeuse à gazon
knipper	découpeur; découpeuse; faucheur; faucheuse; moissonneur; moissonneuse
louche handelaar	chipeur; faucheur; grippe-sou; traficoteur; écornifleur
maaier	faucheur; moissonneur
sjacheraar	chipeur; faucheur; grippe-sou; traficoteur; écornifleur

Cross Translation:

From	To	Via
• faucheur	→ hooiwagen	↔ harvestman — arachnid