Overzicht
Frans naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. farouche:
  2. Wiktionary:


Frans

Uitgebreide vertaling voor farouche (Frans) in het Nederlands

farouche:

farouche bijvoeglijk naamwoord

  1. farouche (timide; embarrassé; gêné; )
    verlegen; timide; schuchter; bedeesd; beschroomd; bleu; schroomvallig
  2. farouche (craintif; rétif)
    schuw; kopschuw
  3. farouche (sauvage; féroce; rugueux; )
    wild; ruw; ongetemd; woest; ruig
    • wild bijvoeglijk naamwoord
    • ruw bijvoeglijk naamwoord
    • ongetemd bijvoeglijk naamwoord
    • woest bijvoeglijk naamwoord
    • ruig bijvoeglijk naamwoord

Vertaal Matrix voor farouche:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
wild bêtes féroces; bêtes sauvages; fauves; gibier
Bijvoeglijk NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
bedeesd complexé; craintif; d'un air embarrassé; embarrassé; farouche; gêné; inhibé; timide; timoré
beschroomd complexé; craintif; d'un air embarrassé; embarrassé; farouche; gêné; inhibé; timide; timoré
bleu complexé; craintif; d'un air embarrassé; embarrassé; farouche; gêné; inhibé; timide; timoré
kopschuw craintif; farouche; rétif
ongetemd en colère; enragé; farouche; fou de rage; furibond; furieuse; furieusement; furieux; féroce; férocement; outré; raboteux; rageur; rude; rugueux; rêche; sauvage
ruig en colère; enragé; farouche; fou de rage; furibond; furieuse; furieusement; furieux; féroce; férocement; outré; raboteux; rageur; rude; rugueux; rêche; sauvage aride; inhospitalier; peu hospitalier; poilu
ruw en colère; enragé; farouche; fou de rage; furibond; furieuse; furieusement; furieux; féroce; férocement; outré; raboteux; rageur; rude; rugueux; rêche; sauvage brut; brutal; brutalement; cru; mal équarri; non travaillé; ossu; pas lisse; qui a de gros os; qui a la main lourde; qui a une grosse ossature; rude; rudement; violemment; violent
schroomvallig complexé; craintif; d'un air embarrassé; embarrassé; farouche; gêné; inhibé; timide; timoré
schuchter complexé; craintif; d'un air embarrassé; embarrassé; farouche; gêné; inhibé; timide; timoré
schuw craintif; farouche; rétif
timide complexé; craintif; d'un air embarrassé; embarrassé; farouche; gêné; inhibé; timide; timoré
verlegen complexé; craintif; d'un air embarrassé; embarrassé; farouche; gêné; inhibé; timide; timoré
wild en colère; enragé; farouche; fou de rage; furibond; furieuse; furieusement; furieux; féroce; férocement; outré; raboteux; rageur; rude; rugueux; rêche; sauvage
woest en colère; enragé; farouche; fou de rage; furibond; furieuse; furieusement; furieux; féroce; férocement; outré; raboteux; rageur; rude; rugueux; rêche; sauvage avec rage; courroucé; d'un air fâché; déchaîné; déchaînée; en colère; enragé; enragée; exaspéré; exaspérée; furibond; furieuse; furieusement; furieux; fâcheux; fâché; hargneusement; hargneux; indigné; irritable; irrité; mis en colère; outré; rageur

Synoniemen voor "farouche":


Wiktionary: farouche


Cross Translation:
FromToVia
farouche passioneel; vurig ardent — full or ardour

Verwante vertalingen van farouche