Overzicht
Frans naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. farci:
  2. Wiktionary:


Frans

Uitgebreide vertaling voor farci (Frans) in het Nederlands

farci:

farci [le ~] zelfstandig naamwoord

  1. le farci (remplissage; rembourrage; plombage; addition; bourre)
    de vulling; de vulstof; het vulsel
    • vulling [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
    • vulstof [de ~] zelfstandig naamwoord
    • vulsel [het ~] zelfstandig naamwoord
  2. le farci (rembourrage)
    het opvulsel
    • opvulsel [het ~] zelfstandig naamwoord

farci bijvoeglijk naamwoord

  1. farci (bourré; plein; rembourré; )
    opgevuld; volgestopt
  2. farci (bourré; gavé)
    volgepropt

Vertaal Matrix voor farci:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
opvulsel farci; rembourrage
vulling addition; bourre; farci; plombage; rembourrage; remplissage bourrage; rembourrage; remplissage
vulsel addition; bourre; farci; plombage; rembourrage; remplissage bourrage; rembourrage; remplissage
vulstof addition; bourre; farci; plombage; rembourrage; remplissage
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
opgevuld bourré; comble; farci; fourré; plein; rembourré; rempli
volgepropt bourré; farci; gavé
volgestopt bourré; comble; farci; fourré; plein; rembourré; rempli

Synoniemen voor "farci":


Wiktionary: farci


Cross Translation:
FromToVia
farci opgezet; gevuld stuffed — with material
farci vol; verzadigd stuffed — with food