Overzicht
Frans naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. fait de chasser:


Frans

Uitgebreide vertaling voor fait de chasser (Frans) in het Nederlands

fait de chasser:

fait de chasser [le ~] zelfstandig naamwoord

  1. le fait de chasser (intimidation)
    afschrikken; wegjagen; verjagen

Vertaal Matrix voor fait de chasser:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
afschrikken fait de chasser; intimidation
verjagen fait de chasser; intimidation
wegjagen fait de chasser; intimidation
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
afschrikken effrayer; faire fuir; pousser; rebuter; renvoyer; repousser
verjagen bannir; chasser; chasser de; exiler; exorciser; expulser; mettre au ban
wegjagen aiguillonner; augmenter; bannir; chasser; chasser de; dépêcher; encourager; exiler; exorciser; expulser; faire monter; inciter; mettre au ban; pousser; pousser en avant; propulser; stimuler

Computer vertaling door derden:

Verwante vertalingen van fait de chasser