Home ->Woordenboeken ->Frans/Nederlands ->Vertaal faisceau

Vertaal faisceau van Frans naar Nederlands

Overzicht

Frans naar Nederlands: Meer gegevens...

faisceau:
- bundel; bos; schoof; bosje
Wiktionary:
- faisceau → bundel, cluster, spierbundel, lictorenbundel, bijlbundel, rot(geweren), lichtbundel, vaatbundel
- faisceau → straal, bundel, schoof

Frans

Uitgebreide vertaling voor faisceau (Frans) in het Nederlands

faisceau:

faisceau [le ~] zelfstandig naamwoord

le faisceau
de bundel
- bundel [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
de bos
– langwerpige dingen die bij elkaar gehouden worden ¹
- bos [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
  - ik kocht een bos wortelen¹
le faisceau (gerbe; botte)
de schoof; de bundel; het bosje
- schoof [de ~] zelfstandig naamwoord
- bundel [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
- bosje [het ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor faisceau:

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
bos	faisceau	arbres; bois; forêt; pays boisé
bosje	botte; faisceau; gerbe	arbrisseau; arbuste; broussaille; buisson
bundel	botte; faisceau; gerbe	collection de poésie; recueil de poèmes
schoof	botte; faisceau; gerbe
Not Specified	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
bundel		lot; offre groupée

Synoniemen voor "faisceau":

fagot; bouquet; brassée; javelle; pinceau; brosse; blaireau; touffe

Wiktionary: faisceau

faisceau

noun

Assemblage
- faisceau → bundel; cluster
(Anatomie)
- faisceau → spierbundel
Assemblage de verges
- faisceau → lictorenbundel; bijlbundel
Assemblage de trois fusils
- faisceau → rot(geweren)
(Physique)
- faisceau → lichtbundel

faisceau

noun

biologie|nld het transportsysteem van vaatplanten
- vaatbundel → fibre vasculaire; faisceau

Cross Translation:

From	To	Via
• faisceau	→ straal; bundel	↔ beam — ray
• faisceau	→ schoof	↔ sheaf — mathematical construct

Verwante vertalingen van faisceau

¹Muiswerk Woordenboek