Overzicht
Frans naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. faire travailler:


Frans

Uitgebreide vertaling voor faire travailler (Frans) in het Nederlands

faire travailler:

faire travailler werkwoord

  1. faire travailler (exploiter; mettre à profit; mettre en exploitation; )
    exploiteren; uitbuiten
    • exploiteren werkwoord (exploiteer, exploiteert, exploiteerde, exploiteerden, geëxploiteerd)
    • uitbuiten werkwoord (buit uit, buitte uit, buitten uit, uitgebuit)

Vertaal Matrix voor faire travailler:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
exploiteren exploitation; succion
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
exploiteren cultiver; employer; exploiter; faire travailler; faire valoir; mettre en exploitation; mettre à profit; se servir de; user de; utiliser
uitbuiten cultiver; employer; exploiter; faire travailler; faire valoir; mettre en exploitation; mettre à profit; se servir de; user de; utiliser dépouiller de; exploiter; pressurer; priver de; tirer profit de

Verwante vertalingen van faire travailler